Ondanks alarmerende signalen vanuit de recyclingsector, houdt het kabinet vast aan een strikt kredietbeleid. Financiële steun aan noodlijdende plastic recyclingbedrijven blijft beperkt tot leningen. Volgens spreekbuizen uit de branche is dat ontoereikend en dreigt Nederland zijn koppositie in circulaire kunststoffen te verliezen.

Sinds het faillissement van Umincorp begin 2024 zijn nog eens tien plastic recyclingbedrijven omgevallen. Drie andere verkeren momenteel in zwaar weer. De Vereniging Afvalbedrijven luidt de noodklok: een derde van de nationale recyclingcapaciteit is al verloren gegaan. Volgens onderzoek van adviesbureau Rebel is de chemische recyclingcapaciteit vorig jaar zelfs teruggevallen van 11,7 naar slechts 0,6 kiloton per jaar. De sector staat onder druk, terwijl de strategische rol ervan in het behalen van klimaatdoelen juist toeneemt.
Politieke erkenning zonder concrete hulp
Eind 2024 nam de Tweede Kamer een motie aan van Volt-Kamerlid Marieke Koekkoek. Die riep het kabinet op tot een overbruggingsfinanciering voor plastic recyclingbedrijven, als brug naar de invoering van de Nationale Circulaire Plastics Norm in 2027. De benodigde overbruggingssteun: circa 100 miljoen euro, aldus de brancheorganisatie. Toch bleef de daadwerkelijke financiële toezegging uit.
Kabinet erkent probleem, maar kiest voor leningen
In een recente Kamerbrief erkennen staatssecretaris Chris Jansen (Milieu) en minister Sophie Hermans (Klimaat) dat de marktomstandigheden ‘zorgelijk’ zijn en dat meer faillissementen te verwachten zijn. Zij stellen echter dat directe subsidies niet mogelijk zijn vanwege EU-staatssteunregels en wijzen op de hoge kosten die dat met zich mee zou brengen.
Als alternatief wordt gekeken naar leningen via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), maar alleen voor “levensvatbare” bedrijven. Daarmee verwacht het kabinet in de komende jaren vijf tot tien bedrijven te kunnen ondersteunen.
Branche hekelt symboolpolitiek
Volgens Marcel Alberts, CEO van Healix in Maastricht, zijn leningen volstrekt onvoldoende. “Bedrijven zitten al tot hun nek in de schulden. Extra kredieten lossen niets op; ze verzwaren alleen de financiële druk.” In een open brief aan het kabinet spreekt hij van ‘een brand blussen met een glas water’.
Alberts waarschuwt voor blijvende schade: “Zonder directe steun verdwijnt de voorhoede van de circulaire economie. Dan sneuvelen niet alleen bedrijven, maar ook het vertrouwen in het Nederlandse circulaire beleid. Dit is geen tijdelijke marktdip, dit is marktfalen.”
Conclusie
De Nederlandse plasticrecyclingsector balanceert op het randje van instorten, terwijl beleidsmakers vooral inzetten op structurele langetermijnmaatregelen. De oproep vanuit de sector is duidelijk: als Nederland zijn circulaire ambities serieus neemt, is er nú actie nodig – in de vorm van directe, niet-terugvorderbare steun.




