Samenwerkingsprogramma tussen plus10, SKZ en Sumitomo (SHI) Demag identificeert AI-vooruitgangen en hoe spuitgietmachines van meerdere fabrikanten van elkaar kunnen leren.
De Fraunhofer spin-off plus10 en het Zuid-Duitse Kunststoffencentrum SKZ hebben eind vorig jaar het DarWIN-onderzoeksproject afgerond. Het doel van het project: de ontwikkeling van nieuwe op kunstmatige intelligentie gebaseerde procesoptimalisatiesoftware voor spuitgietmachines. Sumitomo (SHI) Demag heeft deelgenomen aan de laatste reeks uitgebreide tests.
Het project – dat midden 2020 van start is gegaan – draait om de ontwikkeling van continu lerende modellen die een hogere spuitgietkwaliteit leveren met kortere cyclustijden. Om dit te verwezenlijken en autonome reacties op individuele productiesituaties mogelijk te maken, heeft het onderzoeksteam ‘deep learning’-technologie toegepast bij verschillende machinefabrikanten. Dit programma was specifiek gericht op het verzamelen van gedetailleerd en overdraagbaar verwerkingsgedrag van meerdere modellen spuitgietmachines met behulp van gedetailleerde en grote hoeveelheden machinedata.
Leren van elkaar
De overdraagbaarheid van vooraf getrainde modellen voor machine-learning bewijst dat individuele machines van verschillende fabrikanten het vermogen hebben om van elkaar te leren. In de praktijk betekent dit nu dat individuele gedragsmodellen van een specifieke machine niet telkens volledig opnieuw hoeven te worden aangeleerd. In plaats daarvan kunnen ze via kleine geautomatiseerde aanpassingen aan de machine en de producttoepassing worden aangepast. Dit vermogen zich aan te passen aan de heersende omstandigheden, bijvoorbeeld grondstofeigenschappen en omgevingsomstandigheden, levert robuust bewijs dat verwerkingspatronen en gedragsmodellen overdraagbaar zijn op machines van vergelijkbare grootte en technologie, ongeacht de fabrikant.
Ideale platform
Plus10 en SKZ hebben ook een reeks grondige AI-tests uitgevoerd op Sumitomo (SHI) Demag -machines. Volgens Sumitomo zijn hun machines het ideale platform om de algoritmes van plus10 aan de tand te voelen omdat de controllers in realtime communicatie kunnen communiceren en ‘AI-ready’ zijn. De testresultaten bevestigen nog eens de sterke nadruk die de industrie legt op duurzame kunststofverwerking. De plus10-technologie maakt met name de stabiele verwerking van gevoelige en heterogene materialen mogelijk, zoals thermoplastische post-consumer recycleerbare materialen en snel uithardende elastomeren.
Op dit moment wordt gewerkt aan de verwerking van de projectresultaten die worden opgenomen in de plus10-software. Het plan is om eind 2022 gedetailleerde uitkomsten naar buiten te brengen. Aanvullend zullen op gespecialiseerde evenementen live-demonstraties te zien zijn, zoals op de ‘Digital Injection Moulding Meeting’ van het SKZ in Würzburg.