CBS: ‘Bijna de helft van alle bedrijfsklassen in de industrie produceerde in april minder dan in dezelfde maand een jaar eerder. Van de acht grootste branches noteerde de reparatie en installatie van machines de grootste productiedaling. De elektrische en elektronische apparatenindustrie had de grootste stijging.'
CBS: ‘Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste worden gekeken naar voor seizoen- en kalendereffecten gecorrigeerde cijfers. Van maart op april steeg de productie met 0,4 procent.'
‘De voor seizoen- en kalendereffecten gecorrigeerde productie fluctueert doorgaans aanzienlijk. Dalingen en stijgingen volgen elkaar snel op. In het voorjaar van 2020 kromp de productie snel en in mei 2020 werd een dieptepunt bereikt. Daarna werd een stijgende lijn ingezet tot mei 2022. Sindsdien is de trend omgeslagen.'
In mei waren de producenten in de industrie minder pessimistisch dan in april. Fabrikanten waren vooral optimistischer over de verwachte bedrijvigheid.
Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Het vertrouwen van Duitse producenten bleef in mei net zo negatief als in april (Eurostat). De kalendergecorrigeerde productie van de Duitse industrie was in april 3,5 procent lager dan een jaar eerder. Vergeleken met maart steeg de Duitse productie met 0,3 procent (Destatis).
De NRK maakt zich nog steeds grote zorgen over de dalende productievolumes in de industrie: 'De druk op de gehele Nederlandse industrie neemt toe. Steeds meer leden van de NRK krijgen te maken met afnemende orders, wat resulteert in lagere productievolumes. Deze situatie houdt al meer dan een jaar aan en brengt steeds meer ondernemers in moeilijkheden. Dit kan mogelijk ten koste gaan van werkgelegenheid. Bovendien komen investeringen in de verduurzaming van de kunststofsector in Nederland hierdoor steeds verder onder druk te staan.' De brancheorganisatie bespreekt deze zorgen in haar gesprekken met stakeholders.