De Zweedse startup Sinonus biedt een innovatieve oplossing voor energieopslag die op een dag gigantische turbinebladen in batterijen zou kunnen veranderen.
Hoewel koolstofvezel algemeen bekend is, hebben onderzoekers de elektrochemische eigenschappen ervan nog niet eerder gebruikt om energie op te slaan. Dankzij de technologie van Sinonus, die is ontwikkeld aan de Chalmers University of Technology in Göteborg, kunnen niet alleen turbinebladen, maar alles wat met koolstofvezel is gemaakt, worden omgezet in een energieopslageenheid. De technologie zal ook voor anderen beschikbaar worden gesteld. Het bedrijf richt zich op het gebruik van turbinebladen als energieopslag.
Waar kan het werken?
Om de technologie te demonstreren is Sinonus begonnen met het vervangen van AAA-batterijen in producten met een laag vermogen door middel van opladen via koolstofvezel, met succesvolle resultaten. Hoewel de energieopslagcapaciteit niet zo goed is als die van lithium-ion, is het nog steeds nuttig omdat de belangrijkste functie van het materiaal dragend is.
Een veelgehoorde klacht over lithium-ionbatterijen is het buitensporige gewicht dat ze aan een apparaat toevoegen. De nieuwste elektrische voertuigen zijn vanwege de zware accupakketten minstens 50 procent zwaarder dan hun tegenhangers op fossiele brandstoffen.
Een onderzoek aan de Chalmers University concludeerde dat het verminderen van het batterijgewicht in elektrische voertuigen hun actieradius met maar liefst 70 procent zou kunnen vergroten. Bovendien zou de technologie ook kunnen worden gebruikt om vliegtuigen van elektriciteit te voorzien.