
Sinds 1 juli mogen ondernemers geen gratis plastic verpakkingen meer aanbieden bij producten die afgehaald of bezorgd worden. De bedoeling is om het gebruik van wegwerpplastic terug te dringen – maar dat is volgens economenplatform ESB niet per sé het effect.
Een mogelijk effect van de nieuwe regels is namelijk dat ze juist prijsopdrijvend werken, waardoor de brutomarge op plastic stijgt – wat het aantrekkelijk maakt om veel plastic wegwerpverpakkingen te verkopen.
Econoom Rob van der Noll op ESB.nl :
‘De regelgeving noemt niet-bindende richtprijzen (50 cent voor een maaltijd en 25 cent voor een beker) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat communiceert over prijsverhoging. Ook mediaberichten hebben het over prijsverhoging. Al snel gaat iedereen daaraan wennen, en gaat iedereen verwachten dat hetzelfde product in hetzelfde plastic per 1 juli duurder wordt. Winkeliers verwachten dat hun concurrenten de prijs omhoog schroeven, en consumenten beschouwen het als iets noodzakelijks, zoiets als statiegeld. Welke kioskhouder zal de totaalprijs van een kopje koffie niet duurder maken?
‘Deze prijsverhoging is natuurlijk niet verplicht. Koffie in plastic hoeft onder de streep niet duurder te worden om aan de nieuwe regels te voldoen. De nieuwe regels geven ook geen minimumprijs voor de verpakking. Ondernemers moeten zelf, onafhankelijk en in concurrentie, een prijs bepalen. Het opsplitsen van de huidige totaalprijs in een deel voor de koffie en een deel voor het bekertje, mag ook.’
Echter:
‘Het beleid is nu een door het ministerie aangestuurde prijsverhoging die ondernemers in eigen zak kunnen steken. Dit werkt inflatoir en ontmoedigt ook de consumptie van bijvoorbeeld de salade. Een prijsverhoging prikkelt ondernemers om plastic te blijven aanbieden.
‘De aangekondigde evaluatie in 2024 is een kans om in kaart te brengen of het beleid de doelen haalt en bij te sturen. De Europese richtlijn biedt landen namelijk de ruimte om zelf hun beleidsinstrument te kiezen. Een simpelere aanpak die beter werkt is om de schadelijke verpakking hoger in de keten te belasten in combinatie met het stimuleren van een alternatief. Zo’n belasting bestaat al: sinds 1 januari betalen producenten en importeurs een afvalbeheerbijdrage per kilogram verpakking en daarbij geldt een opslag voor wegwerpplastic. Deze belasting kan worden verhoogd om de beleidsdoelstelling te halen. De belasting kan op termijn worden opgevolgd door een verbod, zoals per 1 januari gebeurt voor consumptie van wegwerpplastic op locatie.’