In het Hongaarse Tiszaújváros is de eerste steen gelegd voor de nieuwe propyleenfabriek van MOL Petrochemicals. Tijdens de ceremonie legden Péter Szijjártó, minister van Buitenlandse Zaken, Zsolt Hernádi, voorzitter-ceo van de MOL-groep, en Zsófia Koncz, lid van het Hongaarse parlement, de eerste steen van de fabriek.
Met de bouw van de fabriek, een greenfield investering, is ongeveer 174 miljoen euro gemoeid. Volgens de plannen zal de fabriek in 2024 operationeel zijn en op lange termijn ongeveer 30-40 nieuwe concurrerende arbeidsplaatsen creëren. De Hongaarse regering steunt de investering met 5 miljard HUF, omgerekend ongeveer 13,5 miljoen euri.
De MOL Group trekt ongeveer 4,5 miljard dollar uit voor investeringen die van Tiszaújváros de belangrijkste chemische hoofdstad van de regio moeten maken.De nieuwe fabriek speelt een belangrijke rol in het verloop van de ontwikkelingen, aangezien zij zal zorgen voor een stabiele aanvoer van grondstoffen voor drie productlijnen van MOL Petrochemicals. De 100.000 ton propyleen voorziet in een kwart van de totale behoefte van het bedrijf.
Uniek chemisch centrum
"In de afgelopen 5-10 jaar heeft MOL van Tiszaújváros een uniek chemisch centrum gemaakt, zodat de stad nu ongetwijfeld wordt beschouwd als een van de modernste petrochemische metropolen. We hebben hier al een butadieenfabriek gebouwd, evenals een fabriek voor synthetisch rubber die werd gebouwd in samenwerking met Japanse experts, en de stad herbergt ook Hongarije’s grootste industriële investering van de laatste 30 jaar, het polyolcomplex dat werd gebouwd voor 1,3 miljard euro", zei Zsolt Hernádi, voorzitter-CEO van de MOL Group. Hij benadrukte dat MOL met de bouw van de propyleenfabriek een belangrijke mijlpaal heeft bereikt op de weg van chemische transformatie en energietransitie. "Deze fabriek versterkt onze zelfvoorzieningscapaciteit, wat van grote waarde is voor het hele land. Van tijd tot tijd bewijst de geschiedenis: we moeten alles doen om niet afhankelijk te zijn van anderen" – voegde hij eraan toe.