
Het NLR heeft in samenwerking met harsleverancier Raptor Resins een vacuüminjectiemethode ontwikkeld waarbij gebruik is gemaakt van het bismaleïmide (BMI) hars-systeem. De methode maakt het mogelijk composietconstructies te vervaardigen die bestand zijn tegen hoge temperaturen.
Het vloeibaar gieten en zonder autoclaaf uitharden van BMI voor het maken van composiet-constructies is een Europese primeur. In het kader van het FP7 EU project ESPOSA werkt NLR samen met Europese partners aan de toepassing van dit BMI systeem in combinatie met vacuüminjectie bij de fabricage van motorkappen (engine cowlings, of nacelles) die blootstaan aan hoge temperaturen.
Daarnaast is het NLR betrokken bij het FP7 project E-Break, waarin samen met Rolls Royce en het Duitse zusterinstituut DLR gewerkt wordt aan de ontwikkeling van een composiet motoronderdeel.
Het gebruikte harssysteem, genaamd BMI-2, is in de VS ontwikkeld door Raptor Resins. Dit gebeurde in het kader van USAF onderzoek naar reparatie van BMI composieten die voornamelijk in de F22 en F35 worden toegepast. In de VS zijn de hars en de vacuüminjectiemethode al door een aantal bekende luchtvaartbedrijven getest. In de offshore-industrie wordt er al gebruik van gemaakt.
De BMI-2 hars heeft unieke eigenschappen vergeleken met de huidige standaard verkrijgbare BMI harssystemen. Dit baant de weg voor verdere toepassing van composieten die bestand zijn tegen hoge temperaturen in bijvoorbeeld gasturbine delen. Ook door de manier van verwerken, die alleen vacuüm en beperkte verwarming vereist, is de methode zeer geschikt voor reparaties aan dit type composieten.
Bron: NLR