6 mei. 2013
2 minuten
De kunststofindustrie in Noord-Amerika is een van de sectoren die kan profiteren van wat ‘reshoring’ wordt genoemd: de terugkeer van producenten die in de afgelopen twintig jaar hun productie hebben verhuisd naar China in de verwachting daar 30 tot 40% op productiekosten te kunnen besparen. Een belofte die nooit is waargemaakt.
Nu loonkosten, heffingen en andere productiegerelateerde kosten in China stijgen worden de verschillen marginaler. De kosten zijn op weg om met elkaar in evenwicht te komen, zegt David Siever van adviesbureau The Hackett Group uit Miami, Florida. Als naar de kosten wordt gekeken, gaat 84 cent van elke dollar naar de productie in China en het transport naar de VS. De vraag is daarom gerechtvaardigd of het produceren in China dan nog economische voordelen oplevert.
Kostenstijging
De arbeidskosten spelen hierbij een prominente rol. belangrijkste factor die hierbij een rol speelt zijn de arbeidskosten. De lonen in China stijgen jaarlijks met 15 tot 18%. Ook andere kosten stijgen. Belastingvoordelen stoppen, energie is duur en de transportkosten stijgen. Siever noemt dergelijke onkosten ‘Total Landed Cost’ (TLC). Daarbij horen ook kapitaalinvesteringen, productiekosten, opslag en handling, transport, tarieven en andere belastingen, ontvangst en distributie in Noord-Amerika, productcontrole, oplossen van kwaliteitsproblemen en werk.
Omslagpunt
Het verschil van 16% tussen TLC en de productiekosten in de VS is volgens SIever iets van dit jaar. Hij verwacht daarom de reshoring van vel bedrijven naar Noord-Amerika. De Hackett Group heeft niet gekeken naar de mogelijkheden voor kunststoffen zegt Michel Janssen,het hoofd Onderzoek, maar het is normaal om te verwachten dat de kunststoffen zullen profiteren van primaire producenten die hun productie terughalen.
Wel heeft adviesbureau de Boston Consulting Group uit Boston, Massachusetts, zeven productiesectoren benoemd die als het om reshoring gaat in de buurt van het omslagpunt zitten. Een daarvan is de kunststof & rubber productensector, maar ook kunststof ‘grootverbruikers’ als transport, werktuigen, elektrische apparaten, computers en elektronica zitten daartussen.
Banen
Volgens sommigen zal reshoring tot een aanzienlijke banengroei in de productiesector in Noord-Amerika leiden. Harry Moser, die het ‘Reshoring Initiative’ in Kildeer, Illinois, gelooft dat reshoring alleen al in de laatste drie jaar voor de hele industrie tot 50.000 heeft geleid en dat dit tegen 2015 zou kunnen oplopen tot 500.000 nieuwe productiebanen. Moser heeft analysesoftware ontwikkeld die hij ‘Total Cost of Ownership’ (TCO), die voor geregistreerde gebruikers van de website www.reshorenow.org gratis beschikbaar is. Aan de hand van de software kan worden bepaald wat produceren in China nu echt kost. Volgens hem zullen bedrijven zien dat als ze de kosten eenmaal analyseren, ze zullen zien dat besparingen gebaseerd op productprijs zullen verdampen.
Exportvoordeel
Naar verwachting zullend stijgende productiviteit, kostenbesparingen en reshoring ook de export bevorderen en aan het eind van dit decennium goed zijn voor 2,5 tot 5 miljoen extra banen in de VS, volgens de Boston Consulting Group. In een studie uit 2012 wordt betoogd dat de relatief lage prijzen voor elektriciteit en de kostenbesparingen de VS in 2015 een exportkostenvoordeel van 4 tot 25% kunnen opleveren vergeleken met Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Japan. Dit zou betekenen dat 2 tot 4% van de Europese export en 3 tot 7% van de Japanse export wordt overgenomen door de VS tegen het einde van dit decennium.