Internationale Biobased Economy bijeen in Wageningen

Foto van: redactie
Geplaatst door redactie

Nationale en internationale partijen – actief in het brede werkveld van biobased economy – troffen elkaar op 10 april in Wageningen tijdens GreenLab International. Via pitches, themasessies en profielposters konden de deelnemers op verschillende manieren in contact komen met interessante partijen uit de diverse sectoren.

De organisatoren van Greenlab Internationaal, bestaande uit Syntens Innovatiecentrum en Agentschap NL (verenigd in Enterprise Europe Network) en Wageningen UR, kunnen tevreden terugkijken. Met circa negentig deelnemers uit negen landen zijn aanleiding om serieus over een vervolg na te denken, bijvoorbeeld dit najaar in Parijs.

Voorafgaand aan de bijeenkomst, maakte Michael O’Donohue al een voorzetje voor Parijs. Als co-president van het biobased economy platform van Climate-KIC, de belangrijkste sponsor van deze GreenLab International, was hij tevreden over de opzet van het programma, de internationale belangstelling en de verschillende sectoren die door de deelnemers werden vertegenwoordigd.

‘Een deel van het werk van Climate-KIC bestaat uit het bij elkaar brengen van partijen om discussies te voeden en innovaties te stimuleren’, aldus O’Donohue. ‘Ondernemers spelen daar een belangrijke rol in. Vandaar dat de inzet van Syntens belangrijk is: de innovatieadviseurs beschikken over een breed netwerk en weten hoe ze ondernemers onderling en met kennispartijen kunnen verbinden. Dat is precies waar het vandaag om gaat. Het zou mooi zijn als we GreenLab International in dit najaar een vervolg kunnen geven.’

De deelnemers kregen, na een inleiding over Climate-KIC door O’Donohue, een introductie in ‘Biorefinery Business Opportunities’ van professor Johan Sanders, verbonden aan Wageningen Universiteit. Hij concludeerde dat (kleinschalige) bioraffinage alleen maar in belang zal toenemen. ‘Door elke biomassa component zo hoogwaardig mogelijk in te zetten, is concurrentie met kolen en gas zonder meer haalbaar. En gebruik de aanwezige moleculaire structuren voor voeding of chemische toepassingen, daarmee verhoog je de opbrengst en gebruik je alleen de laagwaardige componenten voor de energie-opwekking.’

Eerder had Sanders al aangegeven dat Nederland unieke sterktes heeft voor biobased economy, gezien de ligging (zeehavens) en infrastructuur, de kennis van bioraffinage, de aanwezigheid van zowel akkerbouw als grote chemische industrie en – niet onbelangrijk – dat iedereen die er toe doet, elkaar weet te vinden. ‘En Nederland heeft een innovatief MKB dat snel en flexibel grote stappen kan maken. Kleine bedrijven kunnen vanuit hun eigen regio concurrerend werken door zich te verenigen.’

Innovatieadviseur Alain Dirven van Syntens merkte op: ‘Juist bij het succesvol benutten van nieuwe marktkansen in de biobased economy is het noodzakelijk dat ondernemers uit verschillende sectoren elkaar weten te vinden. Maar zij hebben moeite om elkaar te vinden. Gewoonlijk organiseren we dergelijke ‘matching’bijeenkomsten met een-op-een gesprekken. Door deze groepsgewijze aanpak hebben bedrijven contacten opgedaan die buiten hun eigen gebruikelijke netwerk en buiten hun vakgebieden komen. Dat was precies de opzet.’

Voorafgaand aan GreenLab hadden alle deelnemers hun vraag en/of aanbod op papier gezet en opgehangen. Op deze manier konden de aanwezigen bekijken of er interessante partijen waren die zij nog niet ontmoet hadden. Aanvullend waren er bedrijfsprofielen met een biobased vraag of aanbod uit het Enterprise Europe Network opgehangen.

‘De profielen zijn goed bekeken’, aldus Mylène Mesters van Agentschap NL. ‘Soms is via de profielen op de GreenLab website vooraf contact gelegd en zijn tijdens GreenLab nadere afspraken gemaakt. Voor de adviseurs die verbonden zijn aan het Enterprise Europe Network begint nu het echte werk. Wij gaan alle contacten opvolgen. Daar gaan zeker mooie activiteiten uit voortkomen.’

www.greenlab.nl