25 jan. 2013
1 minuut
In 1938 ontdekte de chemicus Paul Schlack het basisprincipe om een sterke synthetische vezel te maken. Deze kwam op de markt onder de naam Perlon. Momenteel produceert Perlon-Monofil, een dochteronderneming van LANXESS, nog steeds kunststof filamenten – maar dan voor toepassing in de scheepsbouw, land- en tuinbouw, papier en sport.
De precieze datum van de ontdekking van Schlack is 29 januari 1938. Een eerste toepassing was de Perlon dameskous in de jaren vijftig. Later werd Perlon ook verwerkt tot scheepskabels, visgerei en hekken.
Perlon-Monofil is gevestigd in Dormagen, Duitsland, en heeft 110 medewerkers. Het bedrijf produceert meer dan 60 miljoen kilometer monofilamenten per jaar. Hiervan wordt 27.000 kilometer gebruikt voor scheepskabels. De Perlon-filamenten worden met een speciale vezel samengevoegd tot kabels, die worden verkocht onder de naam Atlas. Per jaar wordt ongeveer 360 kilometer kabel met een dikte van 20 tot 95 millimeter geproduceerd.
De extrusie-installatie van Perlon-Monofil produceert tot 900 meter monofilament per minuut. Door de speciale wikkeltechniek is het mogelijk zeer dunne monofilamenten, met een diameter van minder dan 0,1 mm. Te fabriceren. De jaarlijkse capaciteit van het bedrijf is meer dan 5000 ton.