Europese Commissie vergelijkt afvalbeheer EU-landen

Foto van: redactie
Geplaatst door redactie

Uit een onlangs verschenen rapport van de Europese Commissie blijkt dat er binnen de EU grote verschillen bestaan in de wijze waarop de lidstaten hun huishoudelijk afval beheren. In het rapport worden de 27 lidstaten beoordeeld aan de hand van 18 criteria. Het daaruit resulterende scorebord past in het kader van een lopend onderzoek dat de lidstaten moet helpen hun prestaties op het gebied van afvalbeheer te verbeteren. Bovenaan de ranglijst staan België, Denemarken, Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden. Aan het andere eind van de rangschikking is het patroon omgekeerd en zijn de groene vlaggen zeldzaam.

Milieucommissaris Janez Potočnik: ‘Het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt, bevestigt dat mijn grote bezorgdheid terecht is. Storten is de slechtste optie voor afvalbeheer en toch blijven veel lidstaten enorme hoeveelheden huishoudelijk afval storten. Er bestaan nochtans alternatieven en via de structuurfondsen zijn middelen beschikbaar om de betere opties te financieren. Waardevolle hulpbronnen worden begraven, economische kansen gaan verloren, er worden geen banen gecreëerd in de sector afvalbeheer en de volksgezondheid en het milieu worden aangetast. In de huidige economische omstandigheden valt zoiets moeilijk goed te praten.’

Onderaan de lijst

De lidstaten met de gebrekkigste tenuitvoerlegging zijn Bulgarije, Cyprus, Estland, Griekenland, Italië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slowakije en Tsjechië. Tekortkomingen zijn onder meer een slecht of helemaal geen afvalpreventiebeleid, te weinig stimulansen om het storten van afval te beperken en een inadequate afvalinfrastructuur. Als landen sterk afhankelijk zijn van storten, wil dat zeggen dat betere opties voor afvalbeheer, zoals hergebruik en recycling, consequent worden onderbenut. De vooruitzichten zijn dan ook pover.

Bovenaan de lijst
België, Denemarken, Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden daarentegen hebben uitgebreide afvalinzamelingssystemen en storten minder dan 5% van hun afval. Ze hebben geavanceerde recyclingsystemen en voldoende verwerkingscapaciteit en presteren goed op het gebied van biologisch afbreekbaar afval. In de regel combineren zij in hun afvalbeleid met succes wettelijke, administratieve en economische instrumenten. In een aantal lidstaten waar eerst veel werd gestort, is snel vooruitgang geboekt en wordt nu nog amper afval gestort. Maar zelfs voor de landen die het best presteren, is er nog werk aan de winkel. Zij kunnen afvalpreventie nog verder opvoeren en de overcapaciteit in de verbrandingssector aanpakken, waardoor recycling wordt verhinderd en afval wordt gebruikt om de verbrandingsovens aan de gang te houden.

Volgende stappen
Aan de hand van het rapport stelt de Commissie stappenplannen voor de tien slechtst presterende lidstaten op. Deze worden in het najaar met de nationale autoriteiten besproken tijdens een reeks bilaterale seminars, die op 19 september van start gaat in Praag. De stappenplannen zullen helpen bij het verspreiden van beste praktijken en zullen aanbevelingen op maat bevatten om het afvalbeheer te verbeteren door economische, wettelijke en administratieve instrumenten en de structuurfondsen van de EU te gebruiken.

De Commissie wil de structuurfondsen van de EU aanwenden met meer oog voor de doelstellingen van het EU-afvalbeleid. Door het voorgestelde meerjarig financieel kader (MFF) voor de periode 2014-2020 zullen EU-middelen enkel in afvalbeheerprojecten worden geïnvesteerd als aan bepaalde voorafgaande voorwaarden is voldaan, waaronder de ontwikkeling van afvalbeheerplannen overeenkomstig de kaderrichtlijn afvalstoffen en de afvalhiërarchie, volgens welke de voorkeur wordt gegeven aan preventie, hergebruik en recycling boven achtereenvolgens verbranding met energieterugwinning, verbranding met storting of, in laatste instantie, verbranding zonder energieterugwinning.

Besparing en meer banen
De onverkorte tenuitvoerlegging van de afvalstoffenwetgeving van de EU zou volgens een recente studie in opdracht van de Commissie 72 miljard euro besparingen opleveren, de jaaromzet van de afvalbeheer- en recyclingsector in de EU met 42 miljard euro doen stijgen en tegen 2020 voor meer dan 400.000 banen zorgen (voor bijzonderheden klik hier).

Dowload  hier een pdf van het rapport.

PlasticsEurope
PlasticsEurope is blij met het rapport van Europese Commissie. De organisatie beschouwt het rapport met de rangschikking van de landen, en het besluit om Roadmaps voor te bereiden voor landen die achterblijven, als belangrijke stappen om onnodige stort van afval – inclusief kunststoffen – in Europa tegen te gaan. ‘Het is niet eenvoudig een kwestie van wijzen naar de landen die het slecht doen. Het is belangrijker om te leren van landen die vooroplopen. Met de uitdagingen waar Europa momenteel mee te maken heeft, is het milieutechnisch en economisch onverstandig dat zeven EU lidstaten meer dan 90% van hun kunststof afval NIET storten, terwijl 15 andere meer dan 60% storten’, zei Wilfried Haensel, Executive Director van PlasticsEurope.

De waarde van kunststoffen die momenteel worden gestort wordt geschat op zo’n 8 miljard euro per jaar.
PlasticsEurope gelooft niet dat er één oplossing voor kunststof afval is die voor alle landen geldt, maar dat de landen aan de top van de lijst aantonen dat het doel, ‘geen kunststof storten in 2020’ met het juiste beleid haalbaar is. Om dit doel te steunen is de industrie betrokken bij een aantal initiatieven met overheden en andere belanghebbenden in verschillende lidstaten, met als doel recycling en terugwinning van kunststof te stimuleren en hulpmiddelen aan te dragen die storten ontmoedigen.