Recycling PVC-fractie uit huisvuil

Foto van: redactie
Geplaatst door redactie

In Nederland komt jaarlijks 2400 kton grof huishoudelijk afval (GHA) vrij. Als op de milieustraten en bij het huis-aan-huis ophalen volledig volgens het LAP2 gewerkt wordt, is circa 60% van de restfractie te hergebruiken. In de praktijk gaat bijna 80% van de totale restfractie naar een AVI voor verbranding. Bijna een vijfde van de restfractie bestaat uit kunststofafval. Tauw bv deed in opdracht van het ministerie van Infra en Milieu onderzoek naar het PVC in deze kunststoffractie. Hiervan verdwijnt 82,5% in de verbrandingsoven.

In 2010 dankten de Nederlanders zo’n 139,4 kton PVC als afval af. Slechts 8% van die hoeveelheid is gerecycled, een bijna even grote hoeveelheid (7%) geëxporteerd en 3,1 kton is gestort. Meer recycling resulteert niet alleen in een substantiële reductie van de CO2-uitstoot, het maakt ons voor de productie van PVC tevens minder afhankelijk van fossiele brandstoffen.

Recycling is een middel om de milieudruk in de PVC-keten te reduceren. Tegen die achtergrond is in het Landelijk Afvalbeer Plan 2 (LAP2) PVC als één van de zeven prioritaire stromen aangewezen. Een deel van deze afvalstroom bestaat uit buizen, leidingen en profielen afkomstig uit bouw- en sloopafval. Ook gemeentelijke milieustraten kunnen belangrijke toeleveranciers zijn van aan het einde van hun levenscyclus gekomen en uit harde kunststoffen vervaardigde producten, waaronder kunststof gevelelementen. Dan moeten zij hun milieustraten daar geschikt voor maken of het restafval via een sorteerbedrijf laten nascheiden. Dit blijkt voor slechts 40% van de milieustraten op te gaan. De sleutel om meer uit afval te halen, ligt dan ook bij de gemeenten.

LAP2 beoogt voor iedere prioritaire stroom de milieudruk met 20% te verminderen. Voor PVC betekent dit dat op jaarbasis zo’n 25 tot 30 kton meer moet worden gerecycled. Uit het onderzoek van Tauw blijkt dat bijna een derde (10 kton) van die extra hoeveelheid met relatief eenvoudige ingrepen is te realiseren.

LAP2 bevat geen concrete doelstellingen hoe ‘diep’ het sorteerproces moet zijn. Met de huidige lage verbrandingstarieven is niet te verwachten dat de sorteerbedrijven eruit halen wat erin zit. Om ‘dieper’ sorteren economisch haalbaar te maken, dringt de recyclingsector al geruime tijd aan op het invoeren van een verbrandingsbelasting.

Er zijn genoeg mogelijkheden om de recycling van harde kunststoffen te bevorderen, aldus het rapport.
Een eerste stap is het (nog meer) stimuleren van selectief slopen, dan wel afbouwers en installateurs te verplichten PVC-houdend materiaal gescheiden van het overige bedrijfsafval te houden.
In het verlengde daarvan zal verdere optimalisatie van het nasorteren in sorteerinstallaties een stap voorwaarts kunnen betekenen.
Andere opties om recycling te bevorderen, richten zich niet zozeer op inzameling en recycling, maar op het verbeteren van de toepassing van gerecycled PVC. Bekende opties zijn het voorschrijven van producten met gerecycled materiaal in publieke aanbestedingen (duurzaam inkopen) en het voorschrijven van een minimum percentage gerecycled materiaal in primaire materialen. Voet aan de grond krijgen deze opties slechts indien zij met beleid worden ingezet.

Download hier een  pdf  van de studie ‘De keten van PVC’