
Onlangs bracht ABN AMRO een nieuwe sectormonitor industrie uit. Deze begint met te stellen dat het restrictieve begrotingsbeleid, de moeilijke situatie op de financiële markten, het vertrouwensverlies en de afzwakkende groei van de wereldhandel hebben ertoe bijgedragen dat de eurozone in een recessie is beland. Vervolgens wordt ingegaan op lichtpuntjes aan de horizon.
Nu Nederland in een recessie komt, zullen industriële ondernemingen hun heil moeten zoeken in het buitenland, aldus het rapport. Momenteel is de Nederlandse export van goederen sterk gericht op West-Europa (met uitzondering van machines). De economie in belangrijke exportlanden groeit nauwelijks groeit of krimpt zelfs. Dit leidt ertoe dat de groei van de export in de opkomende markten moeten worden gezocht: de BRIC-landen, Polen en Turkije.
2011
In 2011 groeide de omzet van de industrie met 14% behoorlijk, maar in het laatste kwartaal daalde het groeitempo snel. De export heeft in vergelijking met 2010 aanzienlijk minder bijgedragen aan de omzetgroei. De groeivertraging en de lagere exportbijdrage hadden natuurlijk te maken met het afnemende vertrouwen, de verminderde leencapaciteit van banken en de economische stagnatie in de eurozone. Ondanks de vertraging van de groei vertoonde de omzet positieve groeicijfers; zeker in de eerste drie kwartalen van 2011. Vooral (grondstof-) prijsstijgingen vormden een stuwende kracht voor het positieve omzetverloop. Zo is het verkoopvolume sinds het dieptepunt in 2009 maar met 60% hersteld.
2012
De omzetontwikkeling stagneert fors in 2012. Dit wordt sterk bepaald door de recessie in de eurozone. Branches die sterk afhankelijk zijn van deze regio, hebben daar het meest last van. Daarnaast wordt de bouwmaterialen-, metaalproducten-, rubber- en kunststofproductenindustrie extra geraakt door de aanhoudende malaise in de Nederlandse bouw. Branches die zich voor een groot deel richten op opkomende regio’s, profiteren van de aanhoudende groei in deze markten. Dit geldt overduidelijk voor de machine-industrie.
Wat ook meespeelt, is dat de prijzen van de meeste grondstoffen weer zullen stijgen. Diverse branches zullen de prijsstijgingen niet geheel kunnen doorberekenen aan hun afnemers. Ook is gekeken naar de wijze waarop branches reageren op een verandering van de conjunctuur. Zo zal de chemische industrie als eerste profiteren van een herstel van de economie en het vertrouwen.
Chemische industrie
De omzet in de chemische industrie heeft zich de afgelopen twee jaar goed hersteld van de crisis in 2009. In 2010 nam de omzet toe met 22% en vervolgens met 14% in 2011. Wel nam het groeitempo in het laatste kwartaal van 2011 in een sneltreinvaart af. De groei van de omzet in 2011 geeft vertekend beeld, want deze werd geheel gedreven door een aanzienlijke prijsstijging. In feite is in dat jaar de productie en het afgezette volume met respectievelijk 2% en 3% gedaald. Aan de prijsstijging van chemische producten lag een stijging van de olieprijs ten grondslag. Deze nam in 2011 met meer dan 40% toe.
Mede als gevolg daarvan steeg de prijs van producten die van olie worden afgeleid zoals de primaire kunststoffen PE, PS en PP. De chemische industrie heeft een hoge exportquote. Daarbij zijn de Nederlandse multinationals relatief sterk op markten buiten West- Europa gericht. De recessie in de eurozone vormt geen gunstige voorwaarde voor de vraagontwikkeling in 2012. Wel zal kunnen worden geprofiteerd van de aanhoudende economische groei in de BRIC-landen. Omdat de branche een vroegcyclisch karakter heeft, zal er relatief meer worden geprofiteerd van het te verwachten geleidelijke herstel van de economie in de eurozone.
Na een daling van 14% in 2009 nam de omzet van de rubber- en kunststofproductenindustrie in 2010 toe met 5,5% en in 2011 met 8%. Terwijl het omzetherstel in 2010 praktisch alleen door de export werd gedragen, daalde het exportaandeel tot ongeveer de helft van de omzet in 2011. Qua volume was er in dat jaar sprake van een groei van 3%. Dit was mede te danken aan het herstel van de Nederlandse bouwproductie.
Personeelskrapte
De monitor gaat ook in op personeelskrapte, een regelmatig terugkerend probleem in de industrie. De Raad voor Werk en Inkomen (WRI) heeft onderzocht hoe het zit met het personeelstekort. Uit het onderzoek komt naar voren dat:
* er voor diverse functies op de korte en lange termijn tekorten zijn, vooral in de metaal;
* de vraag naar basisfuncties daalt vanwege automatisering en uitbesteding;
* de kwalificatieniveaus over de gehele linie omhoog gaan.
Download hier de sectormonitor.
Meer informatie: David Kemps, Sector Banker Industrie – david.kemps@nl.abnamro.com