
In de jongste editie van P+ (voor de praktijk van maatschappelijk verantwoord ondernemen) staat een artikel over afvalverwerker Van Gansewinkel. Hierin is onder andere te lezen dat van alle gescheiden ingezamelde afval de helft wordt verbrand.
In het interessante relaas over de achtergronden van afvalverwerking worden ook een paar alinea’s gewijd aan het gescheiden ingezamelde kunststofafval. Op de vraag van de interviewer of dat naar Duitsland gaat antwoordt Ruud Sondag, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Van Gansewinkelgroep: ‘Het idee is goed: als je nou maar aan de bron scheidt dan heb je alle kunststofstromen bij elkaar. Dan kun je bewerken en opnieuw inzetten.’
Waarop de verklaring volgt waarom dat juist NIET mogelijk is: ‘Je hebt zoveel verschillende soorten kunststoffen en formules, dat het samenstel van al dat spul eigenlijk niks meer is. Daar kun je nog wel een leuk bankje van maken in het park, maar dat is het dan ook wel. Het wordt dus in Duitsland uiteindelijk verbrand. Het gaat voor 50 procent de verbrandingsovens in. Omdat ze er ook daar niks meer mee kunnen.’
Sondag draagt wel een oplossing aan voor het probleem. Hij stelt voor kunststof producten, met name levensmiddelverpakkingen, van markers te voorzien. Die maken het mogelijk om met moderne scheidingstechnieken de kunststoffractie te sorteren. Sondag: ‘Als je het slechte plastic eenmaal weet te scheiden van hoogwaardig kunststof, dan kun je aan de slag gaan.’
Ga voor het hele artikel naar de website van P+.