In de Stille Oceaan bevindt zich de ‘Great Pacific Garbage Patch’, een gebied waar een enorme hoeveelheid kunststof fragmenten ronddobbert. Ook in de Atlantische Oceaan drijft een dergelijke ‘soep’ rond. Voor het eerst hebben oceanografen de ontwikkelingen in een van deze velden gekwantificeerd. Zij kwamen tot een verrassende conclusie: de hoeveelheid kunststof is al twintig jaar stabiel, ondanks een sterke toename van productie en gebruik van kunststof.
Sinds 1986 hebben studenten tijdens expedities van de Sea Education Association (Woods Hole, Massachusetts, VS) genoteerd hoeveel kunststof zijn opvisten in hun planktonnetten. Dit gebeurde in de noord-westelijke Atlantische Oceaan en in de Caribbische Zee. Het net wordt gedurende twee kilometer achter het schip aangesleept, en vervolgens worden de opgevangen stukjes kunststof eruitgehaald en geteld.
Voor het eerst sinds eind jaren tachtig hebben de onderzoekers cijfers gepubliceerd over hun bevindingen. In meer dan 60% van de 6136 slepen van de afgelopen 22 jaar werd kunststof gevonden. De hoeveelheid is laag bij de kust, naar neemt verder op zee steeds meer toe.
Oceanograaf en onderzoeksleider Kara Lavender Law: ‘Als je verwacht dat er honderden kilometers uit de kust geen plastic ronddrijft, is dat resultaat schokkend. Maar het kunststof is betrekkelijk verdund: maximaal 1000 heel kleine stukjes gefilterd uit het equivalent van 2000 badkuipen met water’. Het gevonden kunststof is meestal polyetheen en polypropeen, in kleine stukjes. Grotere voorwerpen, zoals emmers en tandenborstels, zijn veel zeldzamer.
Uit het onderzoek bleek dat de totale hoeveelheid kunststof in de noordelijke Atlantische Oceaan al meer dan twintig jaar ongeveer gelijk is. Dit is verrassend, aldus de oceanografen, want de hoeveelheid geproduceerde en gebruikte (en dus weggegooide) kunststof is in die tijd zeer sterk toegenomen.
Law gaf hiervoor enkele verklaringen. Het kunststof kan bijvoorbeeld ontleden in stukjes die zo klein zijn dat ze niet meer in het net worden opgevangen. Ook kunnen kunststof deeltjes door de aangroei van algen naar de zeebodem zinken. Een derde mogelijkheid is dat de deeltjes worden opgegeten door plankton of vis. En dan is er nog een vierde verklaring: mensen die aan de oostkust van de Verenigde Staten wonen gooien minder kunststof voorwerpen in zee.
De conclusie van de onderzoekers is dat de uitkomsten van het onderzoek interessant zijn, maar dat er nog onbekend is.
Foto: De zone waar onderzoekers ongebruikelijke hoeveelheden kunststof deeltjes opvisten in het noorden van de Atlantische Oceaan (staven) en modellen waar accumulatie van de deeltjes zou moeten optreden (kleuren). (Foto: K. L. Law et al. Science; (inset) /Giora Proskurowski/SEA)
Ga voor meer informatie naar de website van Sea Education Association.