
Koninklijke Boskalis Westminster en Van Gansewinkel Groep hebben onderzoek gedaan naar de plasticvervuiling in de Indische Oceaan. De conclusie is voorlopig dat het opruimen en verwerken van de ‘plastic soep’ uit de oceanen milieutechnisch en financieel niet haalbaar is. Beter is het om bij het ontwerpen van producten rekening te houden met het afvalstadium en om mensen duidelijk te maken dat zij hun afval niet in het water moeten gooien.
Op uitnodiging van de VPRO lieten beide bedrijven medewerkers meevaren met de clipper ‘Stad Amsterdam’. Dat gebeurde in het kader van het project ‘Beagle: in het kielzog van Darwin’. De onderzoekers voeren drie weken lang mee om mogelijke opruim- en verwerkingsmethoden van de plastic soep in kaart te brengen. Zij visten in de Indische Oceaan tussen Australië en Mauritius het plastic afval op en analyseerden het. De maximaal aangetroffen hoeveelheid plastic was op de route ongeveer 200 gram per vierkante kilometer, een fractie van de elders op de wereld aangetroffen concentraties.
De conclusie is dat in dit gebied de deeltjes vaak zo klein zijn, dat het erg lastig wordt om ze op te ruimen. De hoeveelheid geld en energie die hiermee gemoeid zou zijn, staat in geen verhouding tot de ecologische winst. Bovendien zou de ongewilde bijvangst van zeeorganismen (vissen, kwallen, algen) veel schade toebrengen aan de natuur.
De onderzoekers vinden dat er meer onderzoek moet worden gedaan. Als blijkt dat de hoeveelheid plastic groter is geworden en meer schade aanricht dan nu wordt aangenomen, dan is schoonmaken alsnog te overwegen. Behalve de ‘vuilnisbelt’ in de Indische Oceaan zijn er vier vuilnisbelten in de Stille Oceaan en drie in de Atlantische Oceaan.
Boskalis en Van Gansewinkel Groep stellen dat er betere benaderingen zijn voor het voorkomen van schadelijke effecten van de plastic soep, bijvoorbeeld door producten slimmer te ontwerpen en materialen zorgvuldiger samen te stellen. Ook moet meer voorlichting worden gegeven in landen waar het plastic afval nu nog in de natuur terechtkomt. Naar schatting is 80 tot 90% van het plastic afval in de oceanen afkomstig van het vasteland, en 10 tot 20% van schepen.
De bevindingen van Boskalis en Van Gansewinkel Groep zijn gerapporteerd en besproken met onder meer PlasticsEurope en met studenten van de Universiteit Wageningen.
Boskalis is gespecialiseerd in oplossingen voor complexe maritieme vraagstukken, Van Gansewinkel Groep heeft veel kennis over materialen, grondstoffen en recycling.