
Productrealisme: Zo luidt de titel van de inaugurele rede van Prof. Dr. Ir. Wim Poelman uitgesproken op donderdag 8 oktober 2009 aan de universiteit Twente. De keuze van deze titel werd snel duidelijk toen we zijn definitie van de term productrealisatie hoorden: ‘Het vertalen van technologische mogelijkheden naar nieuwe artefacten waarmee we onze ruimte inrichten, onze gedachten verbeelden en waarmee het menselijk kunnen wordt vergroot, en dit binnen maatschappelijke en ecologische grenzen.’ We kunnen dus gerust spreken over een flink brede opvatting van de taakstelling van de leerstoel. Hier volgt een samenvatting.
Volgens Poelman is het allemaal begonnen met de ontdekking van de mensheid dat je, op natuurlijke wijze ontstane, voorwerpen ook kunt gebruiken voor andere functies dan waarvoor de natuur ze ‘bedoeld’ heeft. En om dat uit te vinden, heb je inspiratie nodig. Om dit te illustreren haalde Poelman er de 40 jaar oude film ‘2001, A Space Odyssey’ bij, waarin een geheimzinnige monoliet neerdaalt tussen de mensapen waarna ze, de volgende dag, ontdekken dat ze een concurrerende groep apen kunnen verdrijven door gebruik te maken van botten als slagwapen. De monoliet wordt door Poelman gepresenteerd als een ‘oer-artefact, dat wil zeggen een kunstmatig voorwerp dat het begin vormt voor een langzaam op gang gekomen proces dat in onze tijd tot een hoogtepunt komt. Het ene product leidt tot tien andere. Naar zijn oordeel zijn we beland in een ‘orgie’ van productontwikkeling’, die maar beperkte tijd kan voortduren. We lopen steeds meer tegen grenzen op: de grenzen van grondstoffen, de grenzen van afvalopslag, de grenzen van CO2 productie, de grenzen van cultureel opnamevermogen en de grenzen van armoede.
Naast de getoonde film van veertig jaar oud, werd ook het inmiddels veertig jaar oude boek ‘Grenzen aan de groei’ van de club van Rome erbij gehaald. ‘We kunnen niet zeggen dat we niet gewaarschuwd zijn!’ Ook door Youp van ’t Hek, in het getoonde filmpje van twintig jaar oud ‘Lenen, lenen, betalen betalen’ waarin hij het consumentisme op de hak nam.
Alleen maar doemscenario’s?
Poelman staat niet bekend als een pessimist, maar wilde zich in zijn oratie expliciet als realist positioneren. Het besef dat we niet ongebreideld door kunnen gaan op de huidige weg biedt naar zijn mening juist kansen voor het vakgebied industrieel ontwerpen. Zijn stelling is dat voor duurzame productontwikkeling veel meer creativiteit nodig is dan voor het ontwikkelen van uitsluitend commercieel succesvolle producten. En die creatieve inspanning zou zich vooral moeten richten op de vertaling van technologische mogelijkheden naar duurzame ontwerpen. Hij stelt dat er voldoende technologische kennis aanwezig is voor de ontwikkeling van duurzame producten, maar dat de problematiek ligt in de vertaling ervan naar producten. De industrieel ontwerper wordt door hem sowieso gezien als vertaler van technologische mogelijkheden naar nut voor de mensheid, maar die rol heeft de ontwerpwereld nog onvoldoende opgepakt. En daar wil Poelman met zijn leerstoel wat aan doen. Als illustratie van het ‘hoe’ presenteerde Poelman twee paradigma’s.
De eerste betreft de door Dawkins en Blackmore gepresenteerde theorie van ‘memetica’ en de tweede betrof het verhaal ‘Alice and the Looking Glass’ van Lewis Carroll. Voor beide paradigma’s presenteerde Poelman een directe vertaling naar het ontwerpproces. Memetica betreft een zienswijze waarbij kennis, als geschakelde informatie-items (memen), naar analogie van chromosomen, gekruist worden waardoor nieuwe combinaties ontstaan en, bovendien, nieuwe mogelijkheden als gevolg van optredende ‘foutjes’. Dit proces werkt beter naarmate er meer te te kruisen valt. Poelman verbeeldde met diverse voorbeelden het ontwerpproces als ‘memetische’ manipulatie, dat wil zeggen het gestuurd onderling kruisen van kennis. Een belangrijke conclusie is dat de ontwerper veel te kruisen moet hebben, dat wil zeggen extreem goed op de hoogte moet zijn van technologische mogelijkheden.Met betrekking tot Alice en de spiegel ziet Poelman een analogie met het ontwerpproces in de wereld die zich achter de spiegel, waar Alice doorheen kruipt, afspeelt. Daar is geen gevaar en alles is mogelijk. Evenals achter het computerscherm. Die wereld achter het scherm is steeds meer het domein van de ontwerper en het wordt gevaarlijk als we de daar ontworpen wereld naar onze kant halen. Steeds meer ontwerpen blijven echter achter die spiegel als gevolg van het feit dat mensen steeds vaker achter die spiegel vertoeven. Hierbij doelt Poelman op de spectaculair groeiende gaming industrie.
Het ontwerpproces
Op basis van het bovenstaande plaatste Poelman een kritische noot bij het huidige ontwerponderwijs, waarin de aandacht hoofdzakelijk is uitgegaan naar de structuur van het ontwerpproces en veel te weinig naar de structuur van de ontwerpende organisatie. ‘Evenmin als een kok niet kan presteren als zijn keuken en ingrediënten niet in orde zijn, kan een ontwerper niet presteren als zijn ontwerpgereedschappen en zijn kennistoegankelijkheid niet in orde zijn’. In Twente wordt veel gedaan aan ontwikkeling en toepassing ontwerpgereedschappen, maar de aandacht voor de beschikbaarheid van technologische kennis schiet nog flink te kort, maar daarin staat Twente niet alleen.
Met het oog op dit tekort wordt in het onderzoekprogramma van de leerstoel dan ook prioriteit gegeven aan het proces van kennisdiffusie, waarbij interactieve database technologie een centrale rol speelt, evenals een intensivering van contacten met andere disciplines binnen de universiteit.
Met het oog op maatschappelijke duurzaamheid worden onderzoekprojecten voorts gebaseerd op ‘society pull’, als alternatief van technology push en market pull. Inmiddels lopen er projecten op het gebied van mobiliteit, socialiteit en veiligheid, waarbij de vragen uit de maatschappij komen.
Voorts is ‘de bouw’ als domein geïntegreerd in de discipline industrieel ontwerpen, wat tot uiting komt in een nieuwe mastertrack met de naam Architectural Building Components Design & Engineering” die inmiddels dertien studenten telt.
Over studenten gesproken: Poelman vindt dat de polarisatie tussen onderzoek en onderwijs moet stoppen. Onderwijs is kennisverwerving en onderzoek is dat ook. Studenten dienen actief betrokken te worden in het onderzoek en dat gebeurt in de leerstoel Productrealisatie via verschillende vakken. En dit onder het motto ‘Het bestaande leren door het nieuwe te doen.’ Als je werkt aan hergebruik van polypropyleen, dan leer je vanzelf wat polypropyleen is. «
Inlichtingen: Wim Poelman, w.a.poelman@utwente.nl
Wim Poelman is dagvoorzitter tijdens het Nationaal Kunststof Congres op dinsdag 17 november 2009.
Bron foto: Universiteit Twente S&C