
Als een 12 meter lange verkeersbrug wordt gemaakt van kunststof glasvezelcomposiet in plaats van beton of staal, dan is de energiebesparing 1300 respectievelijk 2700 GigaJoule. Dat blijkt uit een levenscyclusstudie door de BECO Groep in mei 2009. Alleen al een kleine provincie als Utrecht heeft 169 bruggen die op termijn vervanging behoeven. Worden deze van glasvezelcomposiet gemaakt, dan is de energiebesparing gelijk aan het jaarlijkse stroomverbruik van 27.000 huishoudens. Hierbij is uitgegaan van het gebruik van nieuwe DSM-harsen in InfraCore composietbruggen van FiberCore Europe.
Het onderzoek door BECO is mede mogelijk gemaakt door financiële steun van SenterNovem, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. Uit het onderzoek blijkt ook dat bruggen van kunststof composiet bijna twee keer gunstiger scoren qua broeikasgasemissies. De levenscyclusanalyse (LCA) is uitgevoerd op basis van de ISO-normen 14040 en 14044. Er werd gekeken naar de totale levenscyclus van de bruggen, te weten de fasen van realisatie, onderhoud en reparatie, een aangenomen verplaatsing na 50 jaar en afdanking na 100 jaar. Ook zonder brugverplaatsing komt de glasvezelcomposietbrug als meest milieuvriendelijke optie uit de bus.
Betrokken partijen
De opdrachtgevers waren DSM Composite Resins als harsleverancier en FiberCore Europe als producent van composietbruggen. Daarnaast waren brancheorganisatie VKCN (Vereniging Kunststof Composieten Nederland) en SenterNovem erbij betrokken. SenterNovem ondersteunt bedrijven op het gebied van energiebesparing. Doel was het aantonen en meetbaar maken dat composietbruggen milieuwinst opleveren ten opzichte van bruggen van staal of beton. De milieu-impact werd vergeleken aan de hand van drie criteria: de energie-inhoud in GigaJoule, de carbon foot print in tonnen CO2-equivalenten en de zogenoemde Eco-indicator 99 (Pt). Hierbij wordt de milieubelasting van 11 impactcategorieën voor de gehele levenscyclus opgeteld.
Resultaten
De energie-inhoud van de levenscyclus van de glasvezelcomposietbrug bedraagt 652 GigaJoule. Daarmee scoort deze brug 3 tot 5 keer beter dan de andere drie bruggen. Qua carbon foot print scoren de glasvezel- en koolstofvezelcomposietbrug 1,5 tot ruim 2 keer beter dan de bruggen van beton en staal. Bij de Eco-indicator 99 scoort de brug van glasvezelversterkte kunststof drie keer beter dan de andere drie bruggen, die ongeveer een gelijk aantal punten scoren.
Relevant is verder dat SenterNovem criteria heeft gepubliceerd voor het duurzaam inkopen van kunstwerken. Er is kortom alle reden om nieuwe bruggen te bouwen van glasvezelcomposiet. Technisch gezien voldoen ze uitstekend en het milieu is de grote winnaar. Koolstofvezelcomposiet scoort alleen qua carbon footprint duidelijk beter dan beton en staal.
Een methode die de belangrijke grond-, weg- en waterbouwsector gebruikt voor het bepalen van de milieu-impact is de ‘CML-methode’. Ook hierbij worden impactcategorieën opgeteld en omgerekend in schaduwprijzen voor milieuverontreiniging. Uit een eerste indicatieve berekening door BECO blijkt dat deze schaduwprijzen bij beide composietbruggen ruim twee keer lager liggen dan bij bruggen van beton of staal.
Naar een toekomst vol composieten
De toekomst is dus aan de brug van kunststof composiet, en bij bruggen zal het niet blijven. De Vereniging Kunststof Composieten Nederland laat in 2009 en 2010 ook vergelijkende LCA-studies uitvoeren voor andere soorten producten die van kunststof composiet kunnen worden gemaakt, maar waarbij vooralsnog voor traditionele materialen wordt gekozen.