5 mei. 2009
1 minuut
De prijzen van de meeste standaard kunststoffen zijn in de eerste helft van april met enkele tientallen euro’s per ton gestegen. Aanbieders hadden hogere prijsopslagen geëist, maar konden deze niet waarmaken omdat verwerkers daarop minder gingen kopen. Dat konden ze doen, omdat de vraag vanuit de eindmarkten nog zwak blijft, hoewel de eerste tekenen van een mogelijk herstel van de wereldeconomie zichtbaar werden. Pas als de consument weer geld uitgeeft, zal er ruimte ontstaan voor de belangrijkere prijsverhogingen waar de grondstofproducenten zo naar hunkeren.
Op dit moment maken veel kunststofproducenten nog altijd negatieve of zwakke marges. Nu deze situatie al een halfjaar aanhoudt, leidt dit tot een tweede reorganisatiegolf in de chemische industrie. Exemplarisch zijn de laatste ontwikkelingen bij BASF en LyondellBasell, waarover recent is bericht op onze website.
Opvallend is de prijssituatie bij polystyreen. De styreencontractprijs steeg met zo’n 90 euro per ton, en daarvan kon rond half april al een groot deel worden afgewenteld. Aanbieders wilden de prijzen 1 op 1 kunnen verhogen (90 euro per ton). Een deel van de kunststofverwerkers reageerde geschrokken en kocht niets meer in. De vraag is hoelang zij dat konden volhouden. De aanbieders lijken – zeker bij PS – te kiezen voor een strategie van prijs voor volume.
In het algemeen zal de opwaartse druk op de kunststofprijzen aanhouden omdat veel kunststofproducenten hun marges nog onvoldoende op peil hebben. Bij enkele kunststofsoorten is het begin van een vraagherstel waarneembaar, met name vanuit Azië. Dit herstel is echter nog lang niet in die mate, dat kunststofproducenten erin slagen om de door hen gewenste prijsverhogingen volledig door te voeren.
Lees meer over prijzen op onze website.