Gebruik biomassa goed voor milieu en economie

Foto van: redactie
Geplaatst door redactie

Grootschalige toepassing van biomassa kan een enorm milieuvoordeel opleveren en heeft bovendien op de langere termijn een positief economisch effect van jaarlijks tussen de vijf en acht miljard euro. Dat is de conclusie van de macro-economische verkenning ‘Bio-based economie in Nederland’ die in opdracht van het EnergieTransitie Platform ‘Groene Grondstoffen’ is uitgevoerd.

Het Copernicus Instituut (Universiteit Utrecht) voerde samen met het LEI (Wageningen UR) onderzoek uit naar de economische effecten van biomassa op de economie. De macro-economische verkenning geeft enkele langetermijnscenario’s voor het gebruik van biomassa voor biobrandstoffen, elektriciteit en chemie. De scenario’s zijn opgesteld voor situaties waarin veel of weinig biomassa geïmporteerd wordt en voor situaties met hoge en lage mate van technologische ontwikkeling. Het Platform Groene Grondstoffen raadt de minister aan om het scenario na te streven van hoge technologische ontwikkelingen met grootschalige import van biomassa.

De effecten
De effecten van een dergelijk scenario in 2030 zijn: jaarlijks een extra omzet tussen de 5 en 8 miljard euro, 25% van de fossiele brandstoffen wordt vervangen door biomassa en de uitstoot van broeikasgassen is zo’n 25 procent afgenomen.

Programma Groene Grondstoffen
De overheid richt zich met het programma Groene Grondstoffen op de technologische innovatie van duurzame biomassa. Biomassa is een verzamelterm voor allerlei plantaardige grondstoffen; hout, planten, algen, voedselresten etc. Biomassa die internationaal wordt verhandeld, moet duurzaam zijn, zoals soja en palmolie.

De overheid daagt met het Programma Groene Grondstoffen de chemische en agro-sector uit om met innovatieve projecten, bijvoorbeeld in de vorm van pilots te komen. Op die manier wordt kennis op het gebied van bioraffinage verder ontwikkeld. Fossiele grondstoffen zoals olie en gas raken in de komende decennia op; vandaar dat nu al gekeken moet worden naar alternatieven om niet afhankelijk te blijven van deze grondstoffen.

Bron: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit