Wat inmiddels alom wordt gevoeld, heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek bevestigd: de industriële omzet en productie zijn ingestort. Industriële ondernemers behaalden in november 2008 bijna 14 procent minder omzet dan in november 2007. Het betreft de grootste afname sinds de metingen rond 1990 begonnen. De omzet van ondernemingen in aardoliegerelateerde sectoren – waaronder de kunststof- en rubberindustrie – daalde in november 2008 nog sneller, met ongeveer 20%.
De nooit eerder vertoonde industriële omzetdaling wordt veroorzaakt door een ook al historisch grote productieafname in combinatie met lagere afzetprijzen. De door de industrie verkochte producten waren bijna 2 procent goedkoper dan in november 2007.
November slachtmaand
Medio 2004 was de omzet voor het laatst lager dan een jaar eerder. November telde in 2008 twee werkdagen minder dan in 2007. Het negatieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op circa 5 procent. De behaalde omzetten in binnen- en buitenland zijn bijna even snel gedaald. November bleek zijn bijnaam van slachtmaand eer aan te doen; in oktober 2008 was de totale omzet van de industrie juist nog iets hoger dan in oktober 2007.
Kunststofindustrie in extra zwaar weer
Alle branches van de industrie behaalden in november minder omzet dan in november 2007. Bij de textiel-, kleding- en lederindustrie en bij de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie was de afname het grootst. Dit laatste gegeven hangt voor een groot deel samen met de veel lagere afzetprijzen in deze branche.
Liquiditeitsproblemen groeien
Over december 2008 heeft het CBS nog geen gegevens, maar het algemene beeld is dat de situatie zich in deze maand verder heeft verslechterd. Ook in het nieuwe jaar meldden diverse ondernemers in de kunststof en rubberindustrie aan kunststofonline.nl dat er nog geen tekenen zijn van een zich herstellende orderportefeuille. Veel kunststofverwerkende bedrijven zijn door deze situatie in liquiditeitsproblemen terecht gekomen. Naast een reeks faillissementen uit zich dat in soms forse inkrimpingen van de personeelsbestanden.