Het ‘Rien ne va plus’ gold in december 2008 bij uitstek voor de kunststofindustrie. Door de ingestorte vraag en de mede daaruit voortvloeiende overcapaciteit gingen grondstofproducenten over tot het paardenmiddel van productiestops en al dan niet tijdelijke bedrijfssluitingen.
Door de dramatische prijsval van standaard kunststoffen zijn de verhoudingen tussen de kunststofproducenten en de kunststofverwerkers op scherp gesteld. De prijzen bleven in december ronddobberen op het lage, driecijferige niveau van eind november, hoewel bij LDPE en LLDPE de bodem nog niet was bereikt. Op de spotmarkt kwam het voor dat bedragen van 550 tot 600 euro per ton voor de polyolefinen werden betaald!
Producenten: Tot hier, en niet verder!
De vraag bleef zwak, maar de bereidheid om tegen nog lagere prijzen te verkopen slonk. Veel producenten namen geen orders meer aan of hielden hardnekkig vast aan hun vraagprijzen. Kennelijk was de maat vol: nog liever niets verkopen dan tegen veel te lage prijzen, moet men hebben gedacht.
Recessieramingen veel te positief
Iedereen vraagt zich af wanneer de bodem zal zijn bereikt. Het antwoord is moeilijk te geven: enerzijds blijkt de economische recessie telkens heviger dan eerder ingeschat. Oud minister van Financiën Onno Ruding bekritiseerde 20 december in De Volkskrant het Centraal Planbureau; dat meldde onlangs dat de krimp van de Nederlandse economie in 2009 volgens haar berekeningen op 0,75 zou uitkomen. Ruding denkt dat de berekeningen van het Centraal Planbureau van geen kant kloppen en schat voor 2009 de negatieve economische groei op ongeveer 3 procent. Nout Wellink, president-directeur van De Nederlandse Bank, erkende maandag 22 december bij RTL Z dat ‘dit scenario niet onwaarschijnlijk’ is.
Geen ‘gewone’ recessie
Dat de prognoses steeds opnieuw naar beneden moeten worden bijgesteld, heeft alles te maken met de gebrekkige beschikbaarheid van krediet. Dit is dan ook geen ‘gewone’ recessie, maar één die aan de leiband van de kredietcrisis ligt. Banken komen zelf moeilijker aan geld vanwege het diepgewortelde wantrouwen in de bancaire wereld. Hun striktere kredietverschaffing remt investeringen, de economische activiteit en daarmee de vraag naar producten. Hierdoor stijgt de werkloosheid en dat remt weer de consumentenbestedingen, wat de vraag verder verzwakt.
Om het marktsentiment weer te geven: de OPEC maakte in december de grootste productieverlaging ooit bekend (-2,2 miljoen vaten per dag). Toch daalde diezelfde dag de olieprijs naar 40 dollar per vat. Een beter bewijs dat de wereldeconomie het even niet meer weet, is niet te geven.
Eén ding lijkt nochtans evident: als de overcapaciteit in de kunststofindustrie eenmaal is verdwenen, zal elk vonkje van economische opleving, elke futiele opleving van eindmarkten de ultiem lage kunststofprijzen doen stijgen.