Nationaal Kunststof Congres een doorslaand succes

Foto van: redactie
Geplaatst door redactie

Het Nationaal Kunststof Congres was dit jaar boeiender dan ooit. Modern industrieel ondernemerschap vormde 20 november in theater De Meenthe in Steenwijk de rode draad. Duidelijk werd hoe kunststofbedrijven zowel hun kosten kunnen beheersen als hun toegevoegde waarde kunnen vergroten, zelfs in tijden van recessie. Trendwachter Adjiedj Bakas schetste het beeld dat in 2010 verrijst na de recessie: een explosie van technologische innovaties waarin kunststof de grootste gemene deler is.

Het jaarlijkse topevenement voor de kunststofindustrie werd geopend door RTL4-weervrouw Helga van Leur. Haar eerste daad was om drie bestuurders aan de tand te voelen over de vraag hoe de overheid de maakindustrie in Steenwijkerland, Overijssel en Nederland kan ondersteunen. De Overijsselse overheden zijn op veel fronten actief en houden ontwikkelingen zoals de kredietcrisis goed in de gaten. Burgemeester Apotheker van Steenwijkerland meldde dat gemeenten door een proactieve omgang met vastgoed ruimtelijk en financieel veel kunnen betekenen voor een gezonde en groeiende kunststofindustrie. Carry Abbenhues, gedeputeerde van de provincie Overijssel, stelde dat deze provincie uniek is doordat veel werk wordt gemaakt van industriebeleid. ‘Wij zijn een voorbeeld voor de rest van het land. Innovatie en een actieve band tussen het bedrijfsleven en het onderwijs zijn de belangrijkste succesfactoren voor de continuïteit van de kunststofindustrie in Overijssel en daarbuiten.’

80 miljoen euro wacht in een la
Gaston Sporre, voorzitter van de Kamer van Koophandel Oost-Nederland, noemde vier voorwaarden voor het succes van de regio: ondernemerschap, een goed arbeidsklimaat, kennisinstellingen en kennisoverdracht. Sporre had een advies voor andere delen van Nederland: ‘Doe zoals wij, werk nauw samen met overheden en instellingen bij het maken van regionaal economisch beleid. Bedrijven mogen best bij de overheid aankloppen voor financiële en andere ondersteuning.’ Hierna verwezen Sporre en Abbenhues naar 80 miljoen euro aan Europese fondsen die ongebruikt klaar liggen ter stimulering van technologische innovaties in alleen nog maar de regio Gelderland en Overijssel. Abbenhues: ‘Natuurlijk, het is een hoop papier dat bedrijven moeten invullen, want het is belastinggeld. Maar zo moeilijk is het niet. De provincie kan hierbij helpen.’ Tot slot noemden de drie ondervraagden nog eens kort de belangrijkste voorwaarden voor gezond ondernemen: innoveer, zorg goed voor je personeel, let op de consument en let op je kwaliteit.

Cradle-to-Cradle en die ene aarde
Cradle-to-Cradle is voor velen een raadselachtig begrip. Carla Neefs van Beco Advies in Rotterdam legde duidelijk uit waar het verschijnsel vandaan komt en hoe het zich ontwikkelt. Het maakt deel uit van de ingewikkelde materie die wij duurzaamheid noemen. Kwestie is: waar liggen de verantwoordelijkheden? Bij de burger, de producent, de inzamelaar, de overheid of de afvalverwerker? De eerste verantwoordelijkheid ligt volgens Neefs zonneklaar bij de industrie, want die maakt producten. Het streven om een product een cyclus van wieg tot wieg te laten afleggen staat nog in de kinderschoenen. Maar diverse kunststofbedrijven zijn ermee aan de slag gegaan. Deze ontwikkeling zal een vlucht nemen omdat iedereen ervan doordrongen is dat de uitputting van de aarde niet lang meer zoal nu kan doorgaan. Om de mogelijkheden van Cradle-to-Cradle te onderzoeken moeten bedrijven zich volgens Neefs de volgende vragen stellen: ‘Waar komt mijn product terecht?’ ‘Hoe wordt het materiaal gebruikt?’ En: Hoe zouden de materialen van mijn producten passen in de biologische of technologische kringloop?’

Verpakkingen: een ongrijpbare wereld
Roland ten Klooster, directeur van Plato Design en deeltijdhoogleraar Packaging Management aan de Universiteit Twente, ging in razend tempo in op ontwikkelingen in de verpakkingswereld en op hun gevolgen voor kunststof verpakkingen. Bij verpakkingen is er sprake van tegengestelde belangen, onredelijke wensen en eisen, irrationeel gedrag van de consument en de macht van de grote getallen. Ten Klooster: ‘Het is een ongrijpbare wereld. We weten nauwelijks wat we als consument in onze handen hebben. We vinden een chipszak die uit zeven lagen bestaat overdreven. Maar als hij uit één laag bestond zou hij zeven keer zo dik zijn.’ Essentieel is dat verpakking en inhoud onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, vooral als het om voedsel gaat. Een verkeerde verpakking kan leiden tot bederf en smaakverlies van de inhoud.

Ondraaglijke waarheden in de bouw
Atto Harsta, directeur van Aldus Bouwinnovatie, klaagde erover dat er nauwelijks onderwijs is over de mogelijkheden met kunststoffen in de bouw. ‘Daar zou het moeten beginnen: bouwkundigen die meer over de mogelijkheden van kunststoffen weten. Architecten raken al wel geïnspireerd; voorbeelden daarvan zijn het Mahler-gebouw in Amsterdam en enkele trein- en metrostations.’ Harstra pleit ervoor om een gebouw te zien als een verpakking van ruimte. Dan kom je wellicht tot heel andere inzichten. In de bouwwereld zijn er volgens hem vijf ondraaglijke waarheden: 1. De bouw gebruikt overdreven veel massa; een halvering is mogelijk. 2. De bouw gebruikt overdreven veel materiaal. 3. Er ontstaat overdreven veel bouw- en sloopafval: 22 miljoen ton per jaar, waarvan 33% op de bouwplaats zelf. 4. De bouw gebruikt overdreven veel energie: 30% van het nationale energiegebruik (bij productie, transport en in de gebruiksfase). 5. De bouw transporteert overdreven veel: 25% van alle transport over de weg betreft bouwmaterialen, dat kan dus de helft minder zijn wanneer de helft minder materiaal zou worden gebruikt, en dat kan!. De conclusie van Harsta: In de bouw en architectuur liggen nog enorme kansen voor kunststoffen. Vooral het gebruik van kunststof composieten staat nog in de kinderschoenen’.

Kunststof: bindmiddel van de technologische tijd
Trendwatcher en futuroloog Adjiedj Bakas zorgde voor een inspirerende, humoristische en een vooral dynamische presentatie over toekomstige trends. Hij voorspelde dat deze periode van een economische crisis – zoals dat de laatste 200 jaar 5 keer eerder gebeurde – vooraf gaat aan een nieuwe tijd waarin innovaties versneld op ons af komen, nadat ze een tijd hebben geborreld en gesudderd. ‘En in deze nieuwe technologische tijd zal kunststof een cruciale rol spelen. ‘Door de ontluikende mogelijkheden van de bio- en nanotechnologie en door de robotisering gaan we een periode in die de economie zal vernieuwen en die ons bestedingspatroon zal veranderen. Denk aan robots die met ongekende precisie operaties uitvoeren onder leiding van een virtueel aanwezige dokter. Maar ook de achterkant van de vooruitgang wordt zichtbaar. In de nabije toekomst ontwikkelen we één wereldwijd rioleringssysteem voor al ons afval.’

Volgens Bakas werken we in onze energievoorziening toe naar een leven zonder olie. Weliswaar is er volgens hem meer olie voorradig dan vaak wordt aangenomen, toch wil de wereld er niet meer afhankelijk van zijn. Bakas signaleert een enorme versnelling in het onderzoek naar zonne-energie, die vooral na 2010 zijn vruchten zal afwerpen. Door de stormachtige technologische ontwikkelingen die tussen 21010 en 2030 tot wasdom komen, voorziet de trendwatcher ook een terugkeer van religie, ethiek, moraal en staatsinterventie. ‘De mogelijkheden en morele dilemma’s worden te groot. Mensen kunnen niet meer kiezen. Ik hoor mensen steeds vaker zeggen: “Ik geloof niet in God, maar ik mis hem wel.” Wie vertelt ons wat wij met al die mogelijkheden die op ons afkomen wel en niet mogen doen?’

Kunststof textiel in architectuur
Edwin Molenaar, directeur van Poly-Ned, illustreerde in een interactieve sessie met Helga van Leur de verschillende toepassingsmogelijkheden van kunststof textiel. Kunststof textiel wordt langzaam maar zeker ontdekt door vooruitstrevende architecten. Een goed voorbeeld is het kantoorgebouw Westraven van Rijkswaterstaat bij Utrecht. Dit gebouw is voorzien van een kunststof vliesgevel. ‘De vliesgevel heeft een zonwerende functie en zorgt voor een windstille ruimte achter het doek, zodat ramen ook op 80 meter hoogte open kunnen. Daarnaast heeft het gebouw door die subtiele schil een moderne look gekregen’ aldus Molenaar.

Ook levert Poly-Ned opblaasbare luchthallen die zeer geschikt zijn voor activiteiten die plaatsvinden in de buitenlucht. Een dergelijke hal kan dienen als tijdelijke sporthal, tennishal of voetbalhal. Nadat het zwemmen op de Olympische spelen plaatsvond in een vaste hal die optische gelijkenis vertoonde met de opblaasbare hallen van Poly-Ned, kent Molenaar ineens minder problemen met bijvoorbeeld de welstandcommissies van gemeenten: ‘Het is zeer opmerkelijk dat de hallen opeens ontzettend populair zijn na de Olympische Spelen, en we geen problemen meer ondervinden met gemeenten om deze hallen te plaatsen.’

Het nieuwe Lectoraat Kunststoffen
Hoogleraar Theo Poiesz (Universiteit Osnabrück) en ir. Ynte van der Meer gingen in september van start met het Lectoraat Kunststoffen aan de Hogeschool van Windesheim in Zwolle. Daarover gaven zij een toelichting op het Nationaal Kunststof Congres. Op meerdere niveaus zullen MBO- en HBO-studenten in Windesheim een kunststofopleiding kunnen volgen. Het Lectoraat richt zich niet op de chemie, maar op de concrete verwerking en toepassing van kunststoffen. In 2012 moeten de eerste echte kunststofdeskundigen afstuderen. ‘Het worden innovatieve, internationaal georiënteerde ingenieurs, die liefst ook nog ondernemend zijn’, aldus Van der Meer.

Internationaal ondernemen: voordelen en valkuilen
Het evenement werd afgesloten door Bert Woltheus, branchemanager industrie bij de ING, met enkele overwegingen over internationaal ondernemen. Hij haalde een onderzoek aan van de Erasmus Universiteit, waaruit bleek dat internationaal opererende ondernemingen meer vertrouwen hebben in de toekomst dan ondernemingen die alleen nationaal actief zijn. Wie internationaal actief is kan zich namelijk richten op de snelst groeiende economieën. Ook heeft men dan een betere toegang tot de factor arbeid. Toch: internationaliseren is volgens Woltheus geen ultiem redmiddel. Als het met een bedrijf niet goed gaat, zal internationaal ondernemen de zaak niet redden. ‘Men moet een visie hebben en de kerncompetenties moeten duidelijk zijn. Houd er ook rekening mee dat een buitenlandse vestiging nooit een Nederlands bedrijf wordt. Nederlands management kan helpen, maar niet altijd. Een andere waarschuwing: het kostenvoordeel van lagelonenlanden is beperkt, want ook daar gaan de lonen omhoog. Onderscheidend vermogen is daarom essentieel.’

Op naar NKC 2009!
Onderscheidend vermogen als het Nationaal Kunststof Congres ook, en daarom gingen de 250 aanwezigen na borrel en diner opgetogen huiswaarts. Op naar het Nationaal Kunststof Congres 2009, op 21 november!