Na de prijsexplosie van de voorbije maanden was de honger van de kunststofproducenten nog niet gestild. Zij eisten opnieuw prijsverhogingen, maar de grens van wat eindmarkten en verwerkers konden absorberen leek bereikt.
Aanvankelijk stelden de producenten zich in de prijsonderhandelingen hooghartig op: eerder aangekondigde prijsverhogingen werden als voldongen feiten gepresenteerd. Halverwege september bleek echter dat zelfs rollovers niet konden worden volgehouden. Aanbieders moesten tegen lagere prijzen dan in augustus verkopen. Doordat er minder grote hoeveelheden werden afgenomen, was er voldoende materiaalaanbod om de markt goed te kunnen bedienen.
Een aantal ontwikkelingen kenmerkten in september de markt. Ten eerste kon de zwakkere vraag worden verklaard door de snelle prijsstijging van kunststoffen; verwerkers hebben de voorbije maanden deze prijsstijgingen veelal doorberekend aan klanten uit de eindmarkten, en vanuit deze eindmarkten is daarom de vraag afgenomen. Op macro-niveau komt de economische groei steeds meer onder druk te staan door onzekerheid op de financiële markten als gevolg van de kredietcrisis. Een onzekerheid die veel invloed heeft op het consumenten- en producentenvertrouwen, en vervolgens op de bestedingen. Door deze conjuncturele onzekerheid was de olieprijs eind september nog altijd substantieel lager dan enkele maanden daarvoor, namelijk 105 dollar per vat. Dit zal een dempend effect hebben op de prijzen van voorproducten voor kunststoffen.
Een verminderde vraag naar kunststoffen en een lagere olieprijs deden marktkenners vermoeden dat de prijzen van standaard kunststoffen in oktober verder zouden dalen. We zullen het zien!