Het gebruik van kunststofverpakkingen groeit snel, maar de recycling hiervan komt niet van de grond. In vergelijking met andere landen in West-Europa loopt Nederland zelfs achter. “Het maakt ons behoorlijk chagrijnig als je weet dat we 10 jaar geleden voorop liepen met recycling,” aldus Philip den Ouden, directeur van FNLI.
Nederland loopt achter met het recyclen van kunststof dit stelt Martin van Nieuwenhoven tijdens zijn lezing ‘De cijfers achter het beleid’ op de praktijkdag Verpakkingen georganiseerd door het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid. Tien jaar geleden liep Nederland voorop met de recycling van kunststof, maar sinds 1998 blijft onze kunststofrecycling steken rond de twintig procent.
Om het door bedrijfsleven, gemeenten en landelijke overheid in het verpakkingsakkoord gestelde doel van 38 procent recycling van alle kunststof afval in 2009 te halen, is inzameling van flessen en flacons bij lange na niet genoeg. Dit houdt namelijk in dat we 13.6 kg per inwoner moeten verzamelen om aan die 38 procent te komen. “Je komt er niet onderuit om een grote hap te nemen uit de overige kunststoffen om aan dit percentage te komen,” aldus Martin van Nieuwenhoven. Vijf procent van de kunststofverpakkingen bestaat uit flessen en flacons, 95 procent bestaat uit overige kunststofverpakkingen. Dat is 15 procent van het totaal aan restafval. Een van de problemen bij de recycling van overige kunststofverpakkingen is de geur die in het product blijft hangen. Daarbij komt dat gerecycled kunststof niet meer de zuiverheid heeft van het oorspronkelijke materiaal. Hierdoor heb je te maken met downcycling, er kunnen bijvoorbeeld vlonders of paaltjes van het materiaal gemaakt worden. Dit zijn geen hoogwaardige kunststof producten en dat zou eigenlijk wel moeten, aldus van Nieuwenhoven. Er is dus nog veel te doen op dit gebied.