Nu de prijs voor olie sterk stijgt en duur wordt als grondstof voor kunststof zijn er verschillende bedrijven die zich opnieuw richten op de productie of het gebruik van bioplastics.
Dat schept bijvoorbeeld kansen voor CSM dochter Purac dat melkzuur produceert. Melkzuur wordt toegepast als conserveermiddel, maar derivaten van melkzuur vormen tevens de grondstof voor biopolymeren, waaruit de chemische industrie biologisch afbreekbare kunststoffen kan maken. Purac heeft in Montmelo bij Barcelona een testfabriek waar het de productie van polymeren op melkzuurbasis probeert op te schalen. De fabriek produceert nu circa 5000 ton voor een beperkt aantal klanten die ook zelf in de pilot hebben geïnvesteerd. Er vinden gesprekken plaats met andere klanten en de hoop bestaat dat er in de tweede helft van 2008 meer contracten gesloten kunnen worden.
CSM soleert hierin bepaald niet. Het volgt met Purac het voetspoor van chemieconcerns zoals Shell, Basf, DuPont, Akzo, Dow Chemical en ook DSM. Gedreven door de extreem hoge prijs van olie, die vanouds de grondstof is voor kunststof, zijn die naarstig op zoek naar ‘groene’ kunststoffen. Dat wil zeggen kunststof op basis van melkzuur of andere biologische stoffen zoals landbouwafval.
Zo werkt DSM bijvoorbeeld samen met het Franse bedrijf Roquette om uit suiker het basismolecuul succinaat te maken. Daarvan kan het polymeer PBS gemaakt worden als alternatief voor PBS op basis van chemisch vervaardigd succinaat. PBS uit suiker zal als halffabrikaat worden geleverd aan bedrijven die polymeren maken voor toepassingen zoals kunststoffen voor elektronica of de auto-industrie. DSM participeert ook in het Chinese bedrijf TGBS dat PHA produceert. Dat is ook een bedrijf dat nieuwe biopolymeren produceert.
‘De markt voor bioplastics ontwikkelt zich sterk’, zegt Luuk van der Wielen, hoogleraar Biotechnologie aan de TU Delft. Hij is tevens directeur van B-Basic, een publiek-privaat samenwerkingsverband van universiteiten, kennisinstellingen en chemiebedrijven als Akzo, Shell en DSM. B-Basic richt zich op de ontwikkeling van biogebaseerde fijnchemie, bulkchemie, en brandstoffen.
Van der Wielen: ‘Het onderzoek spitst zich toe op de bulkmarkten. Die zijn aanzienlijk, net als de technische uitdagingen. Je moet de lage marges op die producten compenseren met een hoge productie-efficiëntie. Componenten die van nature voorkomen in micro-organismen zoals melkzuur en citroenzuur, komen als eerste in aanmerking.’ Er wordt volgens Van der Wielen ook gekeken naar chemische modificatie van bioproducten. Bijvoorbeeld door van ethanol etheen en dan dus ook polyetheen te maken als volledig substituut voor het oliegebaseerde polymeer.
Bron: Financieele Dagblad, 18/08/08