EU eist 20% meer recycling in 2020

Foto van: redactie
Geplaatst door redactie

In 2020 moet er 20% meer kunststof worden gerecycled dan nu, terwijl de recycling van huishoudelijk kunststofafval dan moet zijn verdubbeld. Dat eist de Europese Unie in de nieuwe Kaderrichtlijn afvalstoffen voor haar 27 lidstaten. Op 27 juni is over dit onderwerp in Brussel overeenstemming bereikt. U leest onder meer de reactie van de European Plastics Recyclers (EuPR).

Bernard Merkx, voorzitter van de EuPR: ‘De herziening van de Kaderrichtlijn afvalstoffen biedt een duidelijke prioriteitenvolgorde ten aanzien van de omgang met afval; mechanische recycling heeft de topprioriteit. Wij zijn tevreden met de genoemde doelstellingen voor kunststofrecycling tot 2020.’ Juridisch betekent een Europese kaderrichtlijn een instructie aan de EU-lidstaten dat zij nationaal beleid moeten opstellen in overeensteming met deze richtlijn, waarmee de gestelde doelen in 2020 kunnen worden behaald.

Alle lidstaten moeten gescheiden inzamelen
De Kaderrichtlijn afvalstoffen vraagt van EU-lidstaten dat zij een gescheiden inzamelsysteem opstellen voor kunststofafval. Merkx pleit ervoor dat lidstaten hier echt werk van maken, in samenwerking met de kunststof recyclingindustrie. De EuPR kan uit de voeten met de definitie van recycling binnen de nieuwe Europese kaderrichtlijn. Merkx:’Het is een stap vooruit. De nieuwe definitie is breed genoeg om de modernisering van de Europese recyclingindustrie te bevorderen. Daarnaast zijn de geëiste recyclingpercentages voor 2020 voldoende ambitieus om een gezonde ontwikkeling van de recyclingbranche mogelijk te maken. Een minpunt is dat de recyclingdefinitie een breder bereik heeft dan alleen mechanische recycling. Dat wilden we niet. Tegelijkertijd valt verbranding met terugwinning van energie buiten de reikwijdte van de definitie. Daar is de EuPR blij mee.’

Prioriteiten in omgang met kunststof afval
De herziene Kaderrichtlijn afvalstoffen noemt dus een duidelijke prioriteitenvolgorde voor de omgang met kunststof afval. De hoogste prioriteit is het voorkomen van afval, gevolgd door hergebruik, mechanische recycling en grondstofrecycling.
In tegenstelling tot wat Merkx zegt zou verbranding met terugwinning van energie als laatste stap wel degelijk kunnen worden aangemerkt als recycling. Dit wordt per geval beoordeeld aan de hand van een daarvoor speciaal ontwikkelde formule. Als zo kan worden bewezen dat verbranding met terugwinning van energie uit milieuoogpunt effectief is, dan geldt het in zo’n geval als recycling.

De brancheorganisatie van de Europese kunststofindustrie Plastics Europe toonde zich in haar reactie vooral opgelucht dat grondstof- ofwel feedstockrecycling sowieso binnen de definitie is gebleven. Volgens Plastics Europe wordt jaarlijks 600.000 ton kunststofafval gebruikt als grondstof voor de kunststofproductie.

‘Inzamelsysteem en sorteerkwaliteit doorslaggevend’
In 2020 komt naar verwachting 86 miljoen ton kunststof op de Europese markt. Meer dan 30% ofwel 26 miljoen ton eindigt in huishoudelijk afval. Daarvan moet in 2020 volgens de nieuwe Kaderrichtlijn ten minste 13 miljoen ton worden gerecycled. Op dit moment wordt in de EU slechts 4,5 miljoen ton kunststof verpakkingsafval mechanisch gerecycled. Er is volgens Merkx dan ook veel werk aan de winkel voor de 27 lidstaten om de beoogde hoeveelheid recycling voor 2020 te realiseren. De inzamelwijze en de kwaliteit van de afvalsorteersystemen zijn volgens hem de sleutelfactoren. Merkx wijst erop dat de Europese kunststofrecyclers ook bij het overleg hierover betrokken dienen te zijn.

Een gezonde markt voor recyclers
Door het groeiende gebruik van kunststof in verpakkingen van consumentenartikelen verwachten de Europese kunststofrecyclers voldoende aanbod en inkomsten te verkrijgen. Merkx: ‘Daarmee kunnen zij investeren in extra capaciteit, zodat zij aan de groeiende vraag van verwerkers naar recyclaten kunnen voldoen. De EuPR verwacht verder dat de positieve impact van recycling op CO2-reductie meer bekend zal worden bij het grote publiek. Verder hopen wij dat consumenten meer verantwoordelijk omgaan met hun afval.’

Om de doelstelling van 50% recycling van huishoudelijk kunststofafval te kunnen behalen, zal recycling van alleen PET volgens de EuPR onvoldoende zijn. Op het gebied van PET-recycling is er overigens overcapaciteit in Europa. De EuPR pleit bij de politiek voor betere inzamelsystemen. Ook op het gebied van PP en PE moet er nog veel veranderen voordat huishoudelijk kunststofafval goed kan worden gerecycled, aldus de Europese brancheorganisatie.