Minister Cramer van Ruimte en Milieu, het verpakkende bedrijfsleven (ondernemingen die gebruik maken van verpakkingen) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben een akkoord bereikt over het verpakkingenbeleid en de invulling van producentenverantwoordelijkheid voor de gescheiden inzameling van verpakkingsafval.
Daarmee is de patstelling die bijna twee jaar bestond rond verpakkingsafval doorbroken. Het verpakkende bedrijfsleven heeft zich bovendien verbonden aan een milieudoelstelling die fors hoger ligt dan wettelijk is voorgeschreven. Dit schreef Cramer in een brief aan de Tweede Kamer.
Veel meer kunststof verpakkingen zullen in de nabije toekomst worden gerecycled. Naast de huidige recycling van kunststof verpakkingen uit bedrijven worden voortaan ook kunststof verpakkingen uit huishoudens gescheiden ingezameld en gerecycled. Het te behalen recyclingspercentage van kunststof verpakkingen zal dan stijgen van 20% nu naar 42% in 2012. Dit levert een jaarlijkse besparing op van ongeveer 210 kiloton CO2, vergelijkbaar met het electriciteitsgebruik van 100.000 huishoudens.
Het akkoord, dat geldt voor de periode 2008-2012, bevat afspraken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden bij de gescheiden inzameling van verpakkingsafval. De gemeenten blijven zorgen voor de gescheiden inzameling van verpakkingen van huishoudens. De inzameling van papier, glas en metalen wordt onverminderd voortgezet. Daarnaast zal de al begonnen gescheiden inzameling van kunststof landelijk worden ingevoerd. De gemeenten gaan hiervoor een gescheiden afvalsysteem opzetten. Gemeenten krijgen de kosten voor de gescheiden inzameling van huishoudelijke verpakkingen vergoed uit een nieuw fonds; het Afvalfonds. De rijksoverheid stort jaarlijks 115 miljoen euro in dit fonds; de financiering hiervan komt uit een nog in te voeren verpakkingenbelasting.
Deze heffing komt bovenop de 250 miljoen euro verpakkingenbelasting die in het regeerakkoord staat (invoering 2008) en die opgebracht zal worden door het bedrijfsleven. Het geld zal uiteindelijk worden betaald door de consument van verpakte producten.
Het Impulsprogramma Zwerfafval, dat moet leiden tot een vermindering van zwerfafval op straat, krijgt per jaar 11 miljoen euro uit het Afvalfonds. Het ministerie van VROM draagt zelf jaarlijks 5 miljoen euro aan het Impulsprogramma bij (gedurende drie jaar), waardoor er in totaal 16 miljoen euro beschikbaar is. Gemeenten, bedrijfsleven en rijksoverheid werken in dit programma samen. Het richt zich vooral op het beïnvloeden van consumentengedrag, handhaving en innovaties door producenten.
Het bedrijfsleven zal op zeer korte termijn een uitvoeringsorganisatie oprichten die uitvoering zal geven aan de producentenverantwoordelijkheid voor consumentenverpakkingen. Deze organisatie is het aanspreekpunt voor VNG en gemeenten als het gaat om gescheiden inzameling en recycling van verpakkingen.
Bedrijfsleven en gemeenten leggen de gemaakte afspraken de komende weken aan hun achterban voor. Partijen zullen, na akkoord van de achterban, na de zomer de overeenkomst definitief bevestigen. Daarna zal de organisatie van het gescheiden inzamelen van kunststof starten en zal het publiek breed worden geïnformeerd. De verschillende onderhandelingspartijen beseffen dat het succes van de afspraken voor een belangrijk deel afhankelijk is van de publieke bereidheid om verpakkingsafval gescheiden aan te bieden. Uit een eerder dit jaar in opdracht van VROM gehouden enquête door TNS-Nipo bleek dat 91% van de Nederlandse burgers bereid is – naast papier en glas – mee te werken aan de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen.