20 jul. 2007
1 minuut
Nederland heeft een nieuw standpunt ingenomen ten aanzien van de export van thermoplastische kunststoffen naar China.
Gezien de grote consequenties voor het Nederlands bedrijfsleven en de haven van Rotterdam en de relatief grote omvang van deze afvalstormen, heeft minister Cramer van VROM het oorspronkelijk ingenomen standpunt nogmaals tegen het licht gehouden.
Op 10 juli heeft VROM een overgangsperiode voor de export van groene-lijststoffen naar niet-OESO-landen aangekondigd. Daarna hebben enkele andere lidstaten (België, Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Denemarken) eveneens een overgangsregime in het leven geroepen in lijn met het Nederlandse regime, behalve ten aanzien van de export van kunststof naar China.
Geen kennisgeving
Uit directe contacten met de SEPA in China is gebleken dat inmiddels een aangepast standpunt wordt voorbereid dat op zeer korte termijn naar de Europese Commissie zal worden verzonden. Naar aanleiding hiervan heeft het ministerie van VROM besloten om, anticiperend op te verwachten wijzingen ten opzichte van de Landenverordening 801/2007, vanaf heden tot uiterlijk 1 november 2007, geen kennisgeving meer te eisen voor de export van thermoplastische kunststofafval (B 3010). Voorwaarde is wel dat wordt voldaan aan de SEPA-eisen (AQSIQ voor exporteur, SEPA vergunning voor importeur, CCIC certificaat). Ook dienen dergelijke transporten vergezeld te gaan van het bijlage VII-formulier uit Verordening 1013/2006. De gegevens op het bijlage VII-formulier moeten overeenkomen met de AQSIQ-vergunning en de SEPA-vergunning.
Voor thermoharders (uitgehard harsafval of condensatieproducten) die ook vallen onder B 3010 geldt nog steeds een verbod op de export naar China. Voor alle andere afvalstoffen die worden geëxporteerd naar China wordt Verordening 801/2007 gevolgd, totdat anders blijkt op grond van een (aangepaste) note verbale op de DG Trade-site.
Bron: www.vrom.nl[VROM]