Philips-topman Kleisterlee: “Europa moet behoudzucht laten varen”

Foto van: redactie
Geplaatst door redactie

De Nederlandse politiek en de Nederlandse burger moeten de open wereld omarmen in plaats van de vensters naar Europa en de wereld gesloten te houden. Men moet niet proberen te behouden wat niet te behouden valt, waardoor er te weinig energie overblijft om te investeren in het nieuwe dat binnen bereik ligt. Die boodschap van een voortgaande Europese integratie en open innovatie vormde de kern van het betoog van Gerard Kleisterlee – voorzitter van de raad van bestuur bij Philips – tijdens het Nationale Industriedebat in debatcentrum Nieuwspoort (Den Haag).

Dit debat werd georganiseerd door het industriecollectief ‘Industriepoort’, bestaande uit ondernemers en parlementsleden. Het publiek bestond dan ook uit ondernemers, Haagse politici en afgezanten van werkgevers en werknemersorganisaties. Het was het soort publiek dat Gerard Kleisterlee wel wilde toespreken met een visionaire lezing, gevolgd door een prikkelend debat. Voeg daarbij de timing van een zojuist aangetreden regering, en het verklaart waarom de Philips-topman zijn gewoonte om de publiciteit te mijden voor één keer liet varen. Hij benadrukte bovendien dat zijn bijdrage niet ging over Philips, maar louter diende als inleiding op een debat over de koers van de industrie in Nederland en West-Europa.

‘Verdeeld Europa telt niet mee’
Kleisterlee wond er in Den Haag geen doekjes om: Europa moet op het wereldtoneel met één stem spreken, want nu wordt het volstrekt niet serieus genomen in andere delen van de wereld. “Dan gaat eerst Jacques Chirac met een Franse handelsmissie naar China, en vervolgens hobbelt Angela Merkel daar achter aan, en weer een week later komt er een handelsmissie uit Noord-Holland in China langs… Die Chinezen lachen ons vierkant uit. Ze spelen de verschillende partijen wel tegen elkaar uit.”
Ook als één van de schaarse niet-Aziatische leden van de Asian Business Council, merkte Kleisterlee dat Europa in Azië nauwelijks meetelt. “Het was verbijsterend. We waren twee dagen bij elkaar om te spreken over de ontwikkelingen in de industrie. Men heeft het veel over Azië en Amerika. Het woord ‘Europa’ viel in die twee dagen niet één keer. Op dit wereldtoneel worden de kaarten echter wel geschud.”

Xenofobie
Kleisterlee ziet dan ook meewarig aan hoe de Nederlandse politiek en de Nederlandse burger eerder sceptisch dan positief over Europa oordelen en buitenlanders het liefst buiten de BV Nederland houden. “De Europese Grondwet was niets anders dan een amendement op het verdrag van Nice. Zonder dat amendement neemt het aantal EU-commissarissen alleen maar toe. Zo wordt Europa politiek alleen maar onwerkbaarder. Juist een klein land als Nederland, met een unieke distributieligging, zou de Europese integratie moeten omarmen. We leven ervan. In vroegere eeuwen realiseerden we ons dat nog. Ook moeten de politici en de Nederlandse burger af van die xenofobische angst voor buitenlanders. We hebben iedereen hard nodig om onze welvaartstaat op peil te houden. Dus iedereen die naar Nederland wil komen, en die iets aan onze economie wil en kan bijdragen, moeten we met open armen ontvangen.”

‘Verspilde energie’
Kleisterlee had wel een verklaring voor de behoudzucht en Europa-scepsis die hij in veel West-Europese landen aantreft. “We hebben veel welvaart verworven en dus veel te verliezen. Dat realiseert men zich. Juist als je veel te verliezen hebt, ben je geneigd te proberen dat te behouden wat je hebt. Dat is echter geen verstandige houding, want de energie wordt zo op twee manieren verspild: ten eerste kunnen we hier niet alles behouden, wat we ook proberen. Zo is het reproduceerbare werk al vrijwel naar Azië verdwenen; op dat gebied worden slechts de laatste achterhoedegevechten geleverd. De energie en het geld dat we besteden aan het behouden wat we niet kunnen behouden, kunnen we tegelijkertijd niet meer besteden aan de zo noodzakelijke innovatie.”

Angst laten varen
Overigens moeten we in Nederland volgens Kleisterlee ook niet bang zijn om bepaalde werkgelegenheid kwijt te raken, maar juist gericht zijn op kansen om nieuwe soorten werkgelegenheid te creëren. Als voorbeeld noemde hij Taiwan. “Daar had Philips enkele jaren geleden 11.000 mensen werken. Nu zijn dat er nog 400, in een overigens goed renderende fabriek. Al die andere banen gingen naar China. Dacht je dat men daar in Taiwan ach en wee over klaagde? Nee hoor, men verzon gewoon nieuwe dingen die leidden tot nieuwe werkgelegenheid. Die houding zou men In Nederland ook meer moeten hebben.”

‘Open innovatie’
Over de vraag hoe innovatie moet worden aangepakt, wilde Kleisterlee ook wel wat zeggen. “Over innovatie wordt soms nog heel schimmig gedaan. Het beeld van een bedrijf dat haar Research & Development in het diepste geheim uitvoert, met een hek erom heen en een portier bij het hek. Zo deden wij dat bij Philips vroeger ook. Nu doen wij dat heel anders, en het wordt wel open innovatie genoemd; Op de High Tech Campus in Eindhoven werken bedrijven samen aan allerlei innovaties. Elk bedrijf kan er toetreden, uiteraard tegen betaling. Het zijn meestal kleine bedrijven die naar de Campus toekomen, maar zij zijn daarom erg flexibel om innovatie vorm te geven. Overigens is alles wat nieuw en exploitabel is, of het nu uit R & D voortkomt, of een commercieel idee is, innovatie.”

Het Nederland van Gerard Kleisterlee is kortom een Nederland waarin autochtonen en allochtonen samen – vanuit een open houding naar de wereld – innovatief bezig zijn om de BV Nederland draaiende te houden. Angst voor veranderingen hoeft men dan niet te hebben. “Veranderingen zijn niet erg. Zo lang de veranderingen niet te snel gaan, kun je die managen.”