In het Haagse Designbusiness Centrum (DEB) vond 22 februari 2007 de tweede Made in Holland bijeenkomst plaats met als onderwerp ‘Design en Verpakken’.
De opkomst was groot voor deze tweede Made in Holland. Een evenwichtig gemêleerd publiek van ontwerpers, verwerkers, studenten en producenten kwam de middag bijwonen in de inspirerende ruimte die het DEB inneemt in de Caballero Fabriek.
Michael Nieuwesteeg is directeur van het www.nvc.nl[Nederlands Verpakkingscentrum] en gaf de eerste presentatie. Hij vertelde dat met de intrede eind negentiende eeuw van de self service winkels, waar je zelf je boodschappen kon pakken en er niet om hoefde te vragen aan de toonbank, de geschiedenis van verpakkingen begon. Volgens Nieuwesteeg ligt de uitdaging van het ontwerpen van verpakkingen bij een lage kostprijs en een hoge efficiency waarbij tegelijkertijd rekening moet worden gehouden met de smaak van de individuele consument. Dit kan door middel van een market pull waarbij een nieuwe verpakking wordt gemaakt naar aanleiding van vraag uit de markt, of door middel van technology push waarbij een nieuwe verpakking ontstaat uit een innovatief idee, vaak ontsproten uit irritatie om oude verpakkingen die niet goed werken.
De 1-2-Paint van www.flex.nl[FLEX/the INNOVATIONLAB] zou je een voorbeeld van technology push kunnen noemen. Abke Geels vertelde over de ontwikkeling van deze innovatieve verpakking die in 2006 De Gouden Noot heeft gewonnen. De 1-2-Paint is een verpakking voor muurverf waarvan het deksel ook dienst doet als verfbakje. Het deksel kan namelijk omgeklapt worden en heeft aan de binnenkant een reliëf voor de verfroller. Na gebruik doe je het deksel gewoon weer dicht en hoeven er geen verfbakjes te worden omgespoeld en gaan er geen verfresten verloren. Dit was een van de weinige projecten die niet in opdracht maar op eigen initiatief van het ontwerpbureau is ontwikkeld. Naast het hele ontwikkelingsproces, kwam daar dus ook het zoeken naar een producent bij kijken. Uiteindelijk heeft Flexa deze verpakking in gebruik genomen als strategie om zich te onderscheiden van de goedkopere (huis-)merken. Natuurlijk maakt de nieuwe verpakking het product wel duurder, maar daar staat tegenover dat je minder verf hoeft weg te gooien en dus meer uit een emmer kunt halen. Daarnaast werd het nieuwe product erg gewaardeerd door de winkels en kreeg het extra ruimte in de schappen.
De laatste presentatie werd gegeven door Wander Colenbrander, promovendus en docent aan de Haagse Hogeschool. Hij promoveert op het onderwerp ‘Verpakkingsinnovatie bij voedings- en genotsmiddelen in Nederland’. Uit zijn onderzoek blijkt dat innovatie noodzakelijk is. Daarvoor moet worden samengewerkt en geïnvesteerd in kennisvalorisatie. Volgens Colenbrander kan in verpakkingen gebruiksvriendelijkheid een belangrijke marketing tool zijn. Zijn voorlopige conclusies over de verpakkingsketen zijn dat de verpakkingsindustrie wel innovatief is, maar alleen als daarom wordt gevraagd; dat de voedingsmiddelenindustrie erg grootschalig is en te kampen heeft met een marktverzadiging; de verkoopkanalen een kleinschalige ontwikkeling doormaken en een lage winst hebben; en dat de consument klachten heeft over gebruiksonvriendelijkheid waarvan 2/3 fysieke problemen zijn (bijvoorbeeld te veel kracht moeten zetten), 1/4 zintuiglijk (bijvoorbeeld lettertjes niet kunnen lezen) en 1/6 cognitief (de consument snapt niet hoe de verpakking werkt).
Vervolgens gingen de aanwezigen in groepjes aan de slag met verpakkingsproblemen die een aantal van hen hadden meegenomen. Of er echt concrete oplossingen uit de spannende suggesties zijn ontstaan, is de vraag. Maar men ging in ieder geval tevreden naar huis met een inspirerende frisse kijk op verpakkingsproblemen en wellicht interessante nieuwe contacten.
De volgende Made in Holland vindt plaats op 29 maart en heeft als onderwerp ‘innoveren met polymeren’. Op de website van www.deb-denhaag.nl[DEB] vindt u alle informatie.
Bron foto: NVC