Verkiezingsdebat technologie- & innovatiebeleid

Foto van: redactie
Geplaatst door redactie

Vijf prominente kandidaten voor de Tweede Kamerverkiezing gingen woensdag 1 november met het bedrijfsleven in discussie tijdens het Nationaal Verkiezingsdebat dat georganiseerd werd door FHI.

Onderwerp van het debat was technologie- en innovatiebeleid. Naast staatssecretaris van Economische Zaken, Karien van Gennip van het CDA namen technologiewoordvoerders uit de Tweede Kamer deel aan de discussie; Martijn van Dam (PvdA), Charlie Aptroot (VVD), Ewout Irrgang (SP) en Arie Slob (ChristenUnie).

Onderwijs
Het eerste uitgangspunt van het debat waar tevens het langst over gediscussieerd werd, was onderwijs. Na een peiling met de aanwezige ondernemers en andere bezoekers, voornamelijk uit het bedrijfsleven, bleek dat zij het vrijwel unaniem eens waren met de stelling dat de overheid ervoor moet zorgen dat het onderwijs aansluit bij de wensen van het bedrijfsleven. Er is te weinig technisch geschoold personeel zowel op VMBO, als op HBO en WO niveau. Bèta studies zijn niet ‘sexy’ dus scholieren kiezen niet voor die richting.
Aptroot van de VVD durfde te stellen dat het VMBO mislukt is omdat door het samengaan van VBO en MBO technische leerlingen gedwongen worden theoretische vakken te volgen waar ze geen aanleg voor hebben. Onder andere hierdoor verlaat een kwart van de VMBO’ers hun opleiding zonder diploma.
Van Dam van PvdA is van mening dat er flink moet worden geïnvesteerd in het beroepsonderwijs in plaats van de bezuinigingen op het MBO die het CDA wil doorvoeren. Van Gennep reageerde hierop door te zeggen dat het er niet om gaat hoeveel geld er in het onderwijs wordt gepompt, maar hoe het wordt besteed. “Onderwijs is niet alleen een kwestie van geld, het gaat er bijvoorbeeld ook om dat je de ouders erbij betrekt.”
Slob van de ChristenUnie: “Hoezo het is geen kwestie van geld? Er is een lijst actiepunten samengesteld om het onderwijs te verbeteren maar die kunnen niet worden aangepakt omdat er geen geld voor is.”
Irrgang van de SP vertelt dat vijftig procent van het geld dat in het onderwijs om gaat in overheadkosten gaat zitten. Hij is van mening dat dit moet worden verminderd en dat de scholen kleinschaliger moeten worden.
Op de stelling dat kleinschaligheid in het onderwijs beter is, lijken de politici het eens te zijn. Alleen Slob waarschuwt voor het dogma dat aan deze stelling hangt: “Grootschaligheid is niet altijd slecht. We moeten uitkijken dat we niet doorslaan met het stimuleren van kleinschaligheid.”

Aanbestedingsbeleid
De verschillende partijen zijn het erover eens dat aanbestedingsbeleid belangrijk is voor de toekomst van de Nederlandse maakindustrie.
Slob vraagt Van Dam waarom de PvdA dan het Joint Strike Fighter project wil stopzetten. Volgens Van Dam kleven er teveel risico’s aan.
Van Gennep reageert hierop door te stellen dat het JSF project nu al vruchten afwerpt. Het Nederlandse bedrijfsleven is ingeschakeld en reageert er goed op. Het project heeft nu al duizenden banen opgeleverd.
Irrgang van de SP ziet het minder positief in en verwacht een tweede ‘Betuwelijn’ fiasco. Volgens Van Gennep is dit geen goede vergelijking omdat het bij het JSF project gaat om de ontwikkeling ervan, of we hem ook daadwerkelijk aanschaffen is een ander verhaal.
Uit het publiek komt de reactie dat Nederland toentertijd de F16’s heeft helpen ontwikkelen. Dat is heel succesvol geweest voor het bedrijfsleven en we plukken daar nog steeds de vruchten van. Dit wordt door het Centraal Planbureau echter niet meegenomen in haar berekeningen voor de JSF.

Van Dam blijft bij zijn mening en zegt dat de PvdA natuurlijk wel voor een aanbestedingsbeleid is, maar liever op een andere manier. Waarom investeert de Nederlandse overheid bijvoorbeeld niet meer in de ontwikkeling van schone energie, in plaats van een kerncentrale in Frankrijk op te kopen zodat ze wel voldoen aan de Kyoto-richtlijnen maar er verder niets uit halen voor de Nederlandse industrie?
Slob uit zijn zorgen over het feit dat de regering de neiging heeft meteen de stekker eruit te trekken als een aanbestedingsproject te duur dreigt te worden. Na de opstartkosten zou de JSF dan niet de kans krijgen ook wat op te leveren.

Ziekenhuizen
Uit het publiek wordt de problematiek van ziekenhuisapparatuur ter tafel gebracht. Veel van de apparatuur is sterk verouderd wat kan leiden tot dodelijke ongevallen zoals enkele weken geleden in het Twenteborg ziekenhuis heeft plaats gevonden. Waarom worden industriële bedrijven wel verplicht hun apparatuur te onderhouden en mogen ziekenhuizen hun gang gaan?
Aptroot van de VVD vindt dat hier een taak voor het bedrijfsleven ligt. Zij moeten hierop inspringen door een aantrekkelijk servicecontract te verkopen. We willen toch juist minder regelgeving?
Irrgang van de SP is van mening dat als dit echt een levensgevaarlijke situatie is, hier iets aan gedaan moet worden.
Slob van de ChristenUnie zegt dat we inderdaad de regelgeving terug moeten dringen, maar dat we hier wel reëel in moeten zijn: als we met één regel extra levens kunnen redden, moet de regering niet nalaten dat te doen.
De vijf politici geven aan dat het probleem van verouderde ziekenhuisapparatuur geheel nieuw is voor hen. Uit het publiek wordt hier met verbazing op gereageerd: “In 2002 is het al gesignaleerd en is er meerdere malen aan de bel getrokken. Er zijn verschillende persberichten en brieven over naar buiten gebracht.”
Van Gennep vraagt de heer Van den Broek, voorzitter van het FHI federatiebestuur, dit verhaal nog eens op papier te zetten en naar de vijf aanwezige politici te sturen. Zij zijn dan in ieder geval op de hoogte en kunnen verder actie ondernemen.

Met dit daadkrachtig gebaar werd het verkiezingsdebat afgesloten.