De derde editie van het Nationaal Kunststof Congres, georganiseerd door Kunststof & Rubber, was wederom een groot succes.
Vertegenwoordigers van verschillende onderdelen van de kunststofindustrie waren op 2 november afgereisd naar het indrukwekkende ING House om de bijeenkomst bij te wonen. Het congres had als thema ‘Who’s afraid of global manufacturing?’ en de kernwoorden ‘lef’ en ‘echt’ vormden een rode draad in het programma.
Het congres werd geopend door Jos Heijmans, directeur bedrijven van de ING Bank. Net als vorig jaar trad Willem Bol op als dagvoorzitter.
ING Bank
Bij de eerste lezing werd door Michel van Nieuwland een tipje van de sluiter opgelicht over de studie van de ING Bank ‘My Industry, Dutch Manufacturing in 2010’ die 16 november officieel zal worden gepresenteerd. Aan dit onderzoek deden maar liefst vijftien brancheverenigingen mee waardoor er een uniek representatief beeld van de Nederlandse industrie kan worden gegeven. Een van de belangrijkste uitkomsten is dat een belangrijke factor achter productieverplaatsing de Nederlandse overdaad aan regelgeving is. Wel degelijk iets waar de overheid zich zorgen over moet maken dus!
Vervolgens nam David Kemps van ING het woord. Naar aanleiding van de in mei gepresenteerde studie ‘Productieverplaatsing’ kan er geconcludeerd worden dat de kunststofindustrie afwijkt van de rest van de Nederlandse industrie. Zo neemt de kunststofindustrie globalisering serieuzer, zowel als kans en als bedreiging, dan de rest van de industrie. Bij de keuze voor productieverplaatsing zou niet de nadruk op kostenbesparing moeten liggen, maar op toename van de opbrengst. Wat verder naar voren kwam uit de studie was het belang van het onderscheidend vermogen van de Nederlandse maakindustrie. Er moet geïnvesteerd worden in creativiteit en design, duurzaamheid, opleidingen en samenwerking binnen de keten.
BASF
De tweede presentatie werd gegeven door Harry de Vries die directeur is geweest van BASF en jarenlange ervaring heeft in de chemische industrie. Hij toonde een overzicht van de verschillende ontwikkelingen die de Nederlandse (chemische) industrie van de jaren tachtig tot nu heeft ondergaan. Ook schetste hij een treffend beeld van de huidige situatie en een blik in de toekomst. De Vries verwacht een verdere ontwikkeling van e-business en one-to-one-marketing. Verder zullen bedrijven continu blijven veranderen en is de groei van kennis van groot belang. Daarnaast speelt maatschappelijk verantwoord ondernemen natuurlijk een grote rol, hoewel het volgens De Vries vooralsnog vooral bij praten is gebleven. Tot slot deelde De Vries zijn boeiende en toepasselijke filosofieën met het publiek: “leven is het meervoud van lef” en “wie de toekomst als tegenwind ervaart, loopt in de verkeerde richting”.
Helvoet
De derde lezing werd gegeven door Peter van Vlijmen, CEO van Helvoet Holding. Deze presentatie had de vorm van een vraaggesprek door Willem Bol, wat een dynamisch verhaal opleverde. Helvoet is van oorsprong een klein Nederlands bedrijf dat inmiddels in ver gevorderde staat van globalisering is. Bol voelde Van Vlijmen stevig aan de tand en vroeg onder andere waar internationalisering op fout kan lopen. Van Vlijmen vertelde dat het van vitaal belang is dat je je openstelt voor de cultuur. Jaren geleden heeft hij met Helvoet die les geleerd toen een productieverplaatsing naar Zuid Korea misliep, onder andere door het halsstarrig vasthouden aan Hollandse gewoonten en principes.
Speciale gast
Speciale gast tijdens het congres was Ilse Broeders, ex-bobsleester. Tijdens de Olympische Winterspelen zijn zij en haar teamgenote met bob en al omgeslagen waar een bloedstollend videofragment van wordt getoond. Broeders vertelt koelbloedig over dit ongeluk waar de bobsleesters gelukkig zonder kleerscheuren vanaf zijn gekomen. Na deze gebeurtenis is het duo gewoon weer in de bob gestapt, wat echt van lef getuigt.
Aerocat
De laatste presentatie werd gegeven door Jac. Gofers over een innovatief project: Aerocat. Dit product is het resultaat van een samenwerkingsverband tussen verschillende bedrijven, onder andere FLEX / the INNOVATONLAB en Promolding. In 1996 is het idee ontstaan toen Jeroen Verbrugge, directeur van FLEX, zich mateloos ergerde aan het geklungel van stewardessen met cateringtrolleys. Tien jaar later is de Aerocat een feit: een vliegtuigtrolley geheel uit kunststof die verschillende voordelen heeft ten opzichte van de authentieke trolleys, onder andere veel lichter gewicht, minder onderhoudskosten, langere levensduur en verbeterde ergonomie, esthetiek en isolatie-eigenschappen. Er was nogal wat lef nodig om dit project van de grond te krijgen, onder andere vanwege de sterke monopoliepositie van de producent van de huidige trolleys. Toch hebben ze het voor elkaar gekregen wat bewijst dat samenwerken in de keten wel degelijk mogelijk is en echt haar vruchten afwerpt.
Afsluiting
Het laatste onderdeel van het programma was een discussie tussen Jac. Gofers (Promolding), Jan Schrama (Poly Products BV) en Ritsaart Blaisse (Basell International) onder leiding van Willem Bol. Er werden onder andere manieren besproken om de kunststofindustrie meer bekendheid te geven in de samenleving.
Het congres werd afgesloten met een borrel waar werd nagepraat over de bijeenkomst en waar men weer volop kon netwerken.