Bijna 400 automotive experts uit vijftien verschillende landen hebben de beurs Abex 2006 in München bezocht. Op dit evenement werden drie verschillende auto’s tot de laatste bout en moer uit elkaar gehaald en met elkaar vergeleken.
Een nieuw model 1 serie BMW, een Renault Clio en een Toyota Aygo werden met elkaar vergeleken op constructieniveau. Wat onder andere bleek was dat het aandeel kunststof in auto’s over het algemeen is toegenomen van vijf procent in de vroege jaren ’70 tot zo’n twintig procent tegenwoordig.
Van de drie vergeleken modellen bevatte de BMW het meeste kunststof: twintig procent (279 kg), de Toyota Aygo bestond voor vijftien procent (128 kg) uit kunststof en de Renault Clio voor dertien procent (166,8 kg).
Het type polymeer dat veruit het meest wordt toegepast in deze auto’s is PP met 33 procent van het totaal aan kunststof in de BMW tot 52 procent in de Toyota. Daarna zijn PA en PUR goed vertegenwoordigd met ieder ongeveer dertien procent van het totaal aan kunststof.
Verder werden de drie auto’s beoordeeld op veiligheid, kostenbesparing bij de productie en gewichtsbesparing. Per categorie werd van iedere auto een onderdeel beloond met een ‘Abex Oscar’. In het bijzonder werd Inoplast genoemd dat een ingenieuze bijdrage heeft geleverd aan de voetgangerveiligheid van de Renault Clio. Wanneer een klein persoon, zoals een kind, wordt aangereden door een auto raakt het hoofd het eerst de harde, stijve motorkap, in plaats van de voorruit zoals bij grotere mensen gebeurt. Hierdoor is het risico op ernstig hoofdletsel bij kinderen groter. De motorkap van de Renault Clio III bevat een glasvezelversterkt component dat breekt bij impact en daarmee de slag absorbeert net zoals een voorruit dat doet.