In 2005 hebben de Nederlandse bedrijven die meedoen met het Europese CO2 emissiehandelsysteem gezamenlijk 80.4 Mton CO2 uitgestoten. Dat blijkt uit emissiecijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Deze gezamenlijke uitstoot is bijna acht procent lager dan de totale hoeveelheid CO2-rechten die de bedrijven voor het jaar 2005 hebben gekregen.
Het verschil tussen de werkelijke uitstoot en de toegewezen hoeveelheid CO2-rechten komt niet onverwachts. Al voordat de emissiehandel startte, was bekend dat de Nederlandse industrie energie-efficiënt produceert en dus minder CO2 uitstoot. In de eerste handelsperiode (2005-2007), voorafgaand aan de Kyoto-periode, is er gekozen om de energie-efficiënte industrie in Nederland niet te bestraffen door heel strikt emissierechten toe te wijzen.
Voor de tweede handelsperiode (2008-2012) zal de totale hoeveelheid CO2-rechten vergelijkbaar zijn als in de eerste handelsperiode. Dat heeft het Kabinet deze maand laten weten. Verwacht wordt dat het voor bedrijven in de komende handelsperiode moeilijker zal worden om binnen het toegewezen CO2-plafond te blijven. Door de aantrekkende economie stijgt de productie en daarmee ook de CO2-uitstoot. In de tweede handelsperiode komt het er werkelijk op aan, omdat dan de internationale verplichtingen uit het Kyoto-protocol gelden.
CO2-emissiehandel is een nieuw instrument om de uitstoot van broeikasgassen op een voordelige manier terug te dringen. Bedrijven kunnen zelf afwegen hoe ze de reductie halen: met maatregelen in eigen bedrijf of door emissierechten van een andere bedrijf te kopen. In totaal doen enkele honderden Nederlandse bedrijven mee met CO2-emissiehandel. Het betreft bedrijven als raffinaderijen, metaalindustrie, papierindustrie, chemische industrie, elektriciteitsproducenten en voedingsmiddelenindustrie, maar ook bedrijven met kleinere installaties, zoals de glastuinbouw.